Amsterdamse straatjurist helpt dakloze rond uitkering en postadres
De ene dakloze krijgt geen toegang tot de nachtopvang. Een ander wordt bij het aanvragen van een uitkering van het kastje naar de muur gestuurd. Straatjurist dr. Caroline de Groot staat hen bij.
Of Bureau Straatjurist in Amsterdam bestaansrecht heeft, is vijf jaar na de start geen vraag. In 2012 klopten er 189 hulpvragers bij de organisatie aan. De afgelopen twee jaar lag dat aantal steeds iets boven de 520, zegt straatjurist De Groot. Donderdag staat de organisatie met een symposium stil bij haar eerste lustrum.
Waarom deed de straatjurist vijf jaar geleden zijn intrede?
De Groot: „Het was een wens uit de doelgroep. Cliënten van HVO Querido, een grote opvanginstelling in Amsterdam, gaven aan behoefte te hebben aan sociaal-juridische ondersteuning. De eerste drie jaar werd ons werk gefinancierd door een startsubsidie van HVO Querido. Om de onafhankelijkheid te waarborgen was ik toen in dienst van de protestantse diaconie Amsterdam. Nu valt Bureau Straatjurist onder de stichting Belangenbehartiging Amsterdamse Dak- en Thuislozen (BADT) en krijgen we subsidie van de gemeente.”
Met welke problemen kloppen daklozen bij u aan?
„De meeste vragen hebben te maken met het toekennen van een briefadres, het recht op een bijstandsuitkering, toegang tot opvangvoorzieningen en problemen door schulden.”
Wat kunt u voor de hulpvragers betekenen?
„We zien onszelf als een juridische huisarts. Eenvoudige zaken doen we zelf. Voor ingewikkelder kwesties verwijzen we door naar specialisten. We kunnen daarvoor een beroep doen op een groep advocaten met wie we plezierig samenwerken. Ook verwijzen we geregeld mensen door naar de schuldhulpverlening.
Ondersteuning bij het aanvragen van een bijstandsuitkering bieden we vaak zelf. We helpen mensen die van het kastje naar de muur worden gestuurd. Of van wie een aanvraag is afgewezen, terwijl het duidelijk is dat ze er recht op hebben. Als iemand niet komt opdagen bij een afspraak, moet de gemeente die persoon bijvoorbeeld opnieuw uitnodigen en mag zij de aanvraag niet meteen afwijzen, zoals weleens gebeurt. Krijgt iemand uiteindelijk toch geen uitkering, dan gaat de zaak naar een advocaat. Zonder uitkering kan iemand zijn leven niet opbouwen.”
Wat zijn de ingewikkeldste zaken waarmee u te maken krijgt?
„Om voor bepaalde regelingen in aanmerking te komen, moeten mensen bewijzen dat ze dakloos zijn en dat ze dit in Amsterdam zijn. Dat is vaak heel lastig. Een man zei dat hij in het Vondelpark sliep. De ambtenaar geloofde hem niet, want controleurs van de afdeling handhaving hadden hem daar ’s ochtends om 6 uur niet aangetroffen. De centrale raad van beroep heeft uiteindelijk bepaald dat de controleurs niet goed genoeg hadden gezocht.
Ook problemen met het verkrijgen van een briefadres zijn vaak heel lastig. Soms slapen mensen bij iemand op de bank, maar mogen ze dat van die persoon niet aan de gemeente doorgeven. Zonder briefadres besta je niet en kun je geen aanvraag voor een uitkering of woonruimte indienen. Dat zijn onze hoofdpijndossiers.”
Wat is uw belangrijkste succes?
„Naast individuele zaken, waarbij we bijvoorbeeld een huisuitzetting konden voorkomen, denk ik aan de opvang voor dakloze gezinnen die er in Amsterdam is gekomen nadat onze coördinator, drs. Jenny Boer, de noodklok had geluid. Ook is er mede door onze inspanningen nu een structurele winteropvang voor Amsterdamse daklozen van december tot en met maart. Vroeger was deze alleen open als het 5 graden vroor of drie nachten achter elkaar -3 graden was.
Hoewel dit een verbetering is, zijn we nog niet tevreden. Op 1 april moeten er weer 200 tot 300 mensen de straat op. Dat vinden we in strijd met de menselijke waardigheid. We blijven ons inzetten voor een permanente nachtopvang, zoals het Europees Comité voor Sociale Rechten vindt dat die er moet zijn.”