Anne Büdgen houdt reformatorische christen spiegel voor
„17 januari 1993. Drie pepermunten en twee guldens op de keukentafel. Gezwaai met sleutels, ze wachten op me bij de schuur.”
Het is een sterk beeld. Zondag. De rijtjes collectegeld en snoep op tafel, voor elk lid van het gezin. Snel hoed, jas en tas pakken, schoenen aan en weg. Kerktijd.
Voor Anne Büdgen (1979) is ”Boven de straat hangt een witte lucht” haar debuutroman. Eerder publiceerde ze dichtbundels en ook schrijft ze theaterteksten. In haar mooi geschreven debuutroman is niet alleen de dichter terug te vinden, maar ook de insider. Het boek, over een pubermeisje dat opgroeit in reformatorische kring maar daaruit langzaam wegdrijft, legt bloot dat de auteur deze wereld van binnenuit moet kennen.
De roman is het fictieve dagboek van Anna Meesink. Anna groeit op bij haar moeder, twee broers en zus. Vader woont elders. Ze is een kritische denker die overal vragen bij stelt. En een goede schrijfster. In haar dagboek (1993-1996) beschrijft ze gebeurtenissen en krabbelt ze gedichtjes, Bijbelteksten en (flarden van) gedachten. Dit lezen is in het hoofd van een puber kruipen.
De middelbare scholiere gaat naar het Driestar College in Gouda. Als kind zat ze eerst op een school voor kinderen van de Gereformeerde Gemeenten, maar nadat moeder van Anna’s vader scheidde, stuurde ze haar kinderen naar een hervormde basisschool. Ineens veranderde er van alles. Anna mocht broeken aan en er kwam een tv in huis, maar dat laatste moest geheim blijven voor de buitenwereld.
Anna’s moeder kan het gezin niet aan. Er wordt een beeld geschetst van een vrouw die geen grenzen stelt en conflicten vermijdt. Ze wijdt zich volledig aan het huishouden, maar weet geen echte verbinding te maken met haar kinderen. „Ze reddert en regelt en schrobt en ordent en ze ziet me niet. Ze ziet ons niet”, schrijft Anna. „Terwijl we zo aanwezig zijn met onze stemmen en armen die ze afweert en blikken waar ze als een vis uit wegglipt.”
Aanvankelijk is Anna serieus met het geloof bezig, maar langzaam voltrekt zich een proces van innerlijke verandering. Eerst gaat ze, op uitnodiging van de buurvrouw, naar een pinkstergemeente. Ze ”ontvangt de Heilige Geest”, bezoekt de EO-Jongerendag en durft in een druk winkelcentrum keihard een Opwekkingslied te zingen. Maar naarmate de pagina’s vorderen, sluipt de twijfel binnen. Tot uiteindelijk de kritische vragenstelster in Anna het wint.
Synchroon met de stappen die Anna innerlijk zet, lopen de veranderingen van haar uiterlijk. Eerst wordt de rok ingewisseld voor een broek, dan volgen de hippiekleren en op de laatste pagina zit ze in de kappersstoel voor een nieuwe look: „kort, maar niet te kort.” Anna is een nieuwe weg ingeslagen. Haar eigen weg. Maar niet zonder pijn: als de lokken vallen, vallen er ook tranen.
Pakket regels
Het is opvallend dat binnen het gezin van Anna open communicatie ontbreekt. Terwijl kinderen onderweg naar de volwassenheid zich het geloof eigen moeten gaan maken en onder meer open communicatie een belangrijke rol speelt in dat proces. Maar Anna krijgt op dit gebied niet veel meer mee dan een pakket regels zonder uitleg. Ondertussen ziet ze bij voorbeeldfiguren in haar omgeving –mensen in de kerk, jeugdwerkleiders, leraren– helaas veel schijnchristendom en maar weinig ”levende brieven” (hoewel de buurvrouw een positieve uitzondering is).
Wat dat betreft houdt deze roman een spiegel voor. Hebben kinderen en jongeren aan ons een voorbeeld waar ze jaloers op kunnen worden? Welk verhaal hebben wij hun te vertellen en durven en doen we dat ook?
Büdgen kan goed schrijven, maar het is jammer dat ze van de reformatorische kring een karikaturaal beeld neerzet en kerkmensen er op z’n zachtst gezegd niet al te best van afkomen. Wat dat betreft mist dit boek de mildheid van bijvoorbeeld ”Dorsvloer vol confetti” van Franca Treur.
Tegelijk laat de roman iets zien van de innerlijke worsteling en pijn van een kerkverlater. Hoe Anna in eerste instantie ook probeert om te geloven en iets van God te ervaren, uiteindelijk blijft Hij voor haar ver weg. Iets wat voor veel mensen herkenbaar zal zijn en evengoed aangrijpend is.
Boekgegevens
”Boven de straat hangt een witte lucht. Dagboek van Anna Meesink”, Anne Büdgen; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 2951 065 3; 199 blz.; € 19,99.