Ruttes oproep voor meer fatsoen is oppervlakkige verkiezingsstunt
Tien jaar geleden werd toenmalig premier Balkenende met zijn pleidooi voor normen en waarden spottend een moraalridder genoemd. Zijn kruistocht tegen de verhuftering in de samenleving werd in het belachelijke getrokken. Een poging om terug te keren naar de benepenheid van de jaren vijftig. De spruitjesgeur dampte ervan af.
En dan maandag. In diverse landelijke kranten stond een paginagrote advertentie met een oproep van VVD-leider Rutte aan de burgers van ons land om toch vooral normaal te doen en zich een beetje fatsoenlijk te gedragen. Wie asociaal wenst te zijn, kan beter opkrassen.
Opvallend is dit natuurlijk wel. Juist de partij die zich destijds afzette tegen Balkenende, pleit nu bij monde van haar leider –die momenteel ook nog eens premier is– voor meer fatsoen. Van mensen mag volgens hem verwacht worden dat ze zich sociaal gedragen. Noem dat maar de ironie van de geschiedenis.
De liberalen hebben altijd met verve het individualisme verdedigd. Elk mens moet zelfstandig keuzes maken; doen wat hij graag wil. Hij moet in zijn vrijheid zo min mogelijk beperkt worden door regels. Zelfregulering was het toverwoord. Dat leek een waarborg dat alles op rolletjes zou lopen. Wie waarschuwde dat onbegrensde vrijheid tot chaos leidt, kreeg al snel het verwijt bekrompen te zijn. Op het altaar van de vrije moraal werden heel wat zinvolle regels geofferd.
Inmiddels is door velen geconstateerd dat de ongetemde vrijheid tot excessen leidt. Treitervloggers, hinderlijk groepsgedrag, verkeershufters, het zijn woorden die direct in verband gebracht kunnen worden met de verloedering van de maatschappij. En weliswaar zijn er altijd onbehouwen mensen geweest, maar de mate waarin de verhuftering de laatste jaren heeft toegeslagen, is wel heel zorgwekkend.
Er is dus alle reden om de burger ertoe op te roepen zich socialer te gedragen. Maar de oproep van Rutte is tegen de achtergrond van het verleden wel merkwaardig. Zijn pleidooi zou aan kracht winnen wanneer hij ook de hand in eigen boezem stak en erkende dat zijn politieke bloedgroep het in het verleden toch niet goed heeft gezien. Bovendien zou de premier er goed aan doen toe te geven dat hij in de achterliggende vier jaar dit onderwerp onvoldoende accent heeft gegeven. Immers, als regeringsleider had hij bij uitstek de gelegenheid om juist hiervan een speerpunt te maken.
Nu heeft de oproep veel weg van een verkiezingsstunt die goed aansluit bij het gevoelen van veel mensen en die vooral is bedoeld om de belangrijkste rivaal, de PVV, de wind uit de zeilen te nemen. Het is een pleidooi waar geen fatsoenlijk mens iets tegen kan hebben. Maar ook een die tamelijk vaag blijft. Want Rutte noemt nergens concrete maatregelen.
Het grootste manco is echter dat de oproep geen moreel fundament heeft. Rutte appelleert aan het gezond verstand van mensen. Maar dat is een wankel ankerpunt. Dat leert de Bijbel. Pas wanneer Rutte en anderen bereid zijn te erkennen dat er een onwankelbaar fundament is te vinden in Gods wet valt er enig blijvend effect te verwachten.