Een goedgevulde ”easy peasy” lunchbox
Reepjes paprika, tomaatjes, handje noten, misschien nog een boterhammetje met een of andere gezonde spread erop. Het lijkt me een perfecte vulling voor de brooddoosjes van mijn schoolgaande jongens. In de praktijk is het meestal treurigheid troef: een boterham met kaas, vlees of pindakaas en eentje met zoet. Op dinsdag dan nog iets lekkers erbij (in kindertaal is dat: koek of snoep). Die dinsdagse doos is een deal. Want mam, zegt oudste zoon, alle andere kinderen krijgen Elke Dag iets lekkers mee.
De 35 trommels waarmee het boek ”Easy Peasy – Lunchbox” (zie ook onder aan deze pagina) vol staat, zijn een lust voor het oog. Je zou zeggen: welk kind wil deze nu niet meenemen naar school? Nou, om eerlijk te zijn: hier zou nog wel wat voorwerk moeten gebeuren. Zo’n gehalveerd eitje en die blokjes kaas zouden de twee van mij best opeten. Rauwe worteltjes willen ook nog wel. En de rösti –koekjes van geraspte aardappel– of de zoete kokosenergieballetjes maken goede kans.
De sandwich op een stokje, met blokjes (belegd) brood, kaas, groente, fruit en vleeswaren zouden ze heel grappig vinden. Maar zeker weten dat het rauwe bloemkoolroosje en het blaadje spinazie zouden overschieten. En met een beker soep zie ik ze nog niet naar school gaan.
Dat is een beetje het probleem: ik sloof me graag uit om mijn jongens extra groente te laten eten. Maar wanneer dat onder toeziend oog van ouders al moeizaam gaat, is succes op school niet verzekerd. Het grappige briefje dat in een van de ”easy” trommels zit, met de tekst „ook je boontjes, hè schat?”, zal daar weinig aan veranderen. Wat wil je, als je buurman zijn chocoladereepje weghapt en jij zit daar met je bakje sperzieboontjes?
Het boek is, kortom, best idealistisch. Tegelijk inspireert het enorm om creatiever broodtrommels te gaan vullen. De zoete balletjes uit de trommel op deze pagina zijn hier goed ontvangen. De broccoli-kaaspattie zat nog in de brooddoos. Daar was geen tijd meer voor, zei kleuterzoon. Dus at ik ’m maar op. Met plezier.
Broccolipatties en cookiedoughballetjes
Ingrediënten
- voor de cookiedoughballetjes:
100 g cashewnoten, 50 g havervlokken, 1 el pindakaas of notenpasta, 1 el honing,1 tl vanillepoeder, beetje zout, handvol cacaonibs (of pure chocosplinters)
- voor de broccoli-kaaspatties: 1 kleine broccoli, 100 g geraspte boerenkaas, 150 g broodkruim, 2 grote eieren, 1 el gemengde Italiaanse (verse) kruiden, 2 tl olijf- of kokosolie (roomboter mag ook)
Bereiding
Doe alle ingrediënten voor de koekjesdeegballetjes behalve de cacaonibs in de keukenmachine (of hakmolen van de staafmixer, MO) en maal tot het een kruimelige massa wordt. Schep de massa in een kom en meng met de hand de cacaonibs of chocolade erdoor. Rol er vervolgens kleine balletjes van (om er samenhangende balletjes van te kunnen maken, heb ik iets meer honing, pindakaas en een eetlepel gesmolten roomboter toegevoegd). Bewaar ze in de koelkast.
Voor de broccoli-kaaspatties:
Klop de eieren in een kom. Snijd de broccoli in kleine roosjes (ik gebruikte 150 gram roosjes) en voeg toe aan het eimengsel. Voeg ook de geraspte kaas, het broodkruim (dat maakte ik in de hakmolen van oud brood) en de kruiden toe. Laat een koekenpan goed heet worden met de olie en schep flinke lepels van het beslag in de pan (het ‘beslag’ was daar te dik voor, ik heb met de hand een soort hamburgertjes gevormd). Keer de koekjes na 2 minuten om en laat ze ook aan de andere kant bruin worden.