1 Secondelijm is een krachtige lijm met een snel resultaat. Een dun laagje lijm en een glad oppervlak vergroten de kans op een geslaagde lijmpoging. Cyanoacrylaat vormt de werkende stof van secondelijm. Wanneer dit in contact komt met water(damp), komt er een chemische kettingreactie op gang en klitten de cyanoacrylaatdeeltjes binnen een paar seconden aan elkaar. Samen vormen ze een harde plasticlaag die de gelijmde onderdelen bijeenhoudt. Wel voorzichtig te werk gaan, want vochtige vingers plakken ook uitstekend.

2 Secondelijm is geen kinderspel. Kinderen kunnen we beter een flesje polyvinylacetaatlijm in handen geven. Beter bekend als witte lijm voor huishoudelijk gebruik. Polyvinyl acetaat is een stuk minder kleverig dan de werkzame stof in secondelijm, maar voldoet prima voor papier, karton, kurk en niet te hard plastic. Echte knutsellijm dus. Er is wel wat geduld nodig, want de lijm plakt pas goed als al het water uit de lijm verdampt is. Tot die tijd moeten de te lijmen onderdelen op elkaar worden gedrukt.

3 Voor de allerkleinsten is er kleuterlijm. Het plakt best aardig papier, stof en karton aan elkaar, maar droogt langzaam. Zeker met de enorme klodders die kleine kinderen op hun werkjes aanbrengen. Net als in behangplaksel is in kleuterlijm zetmeel verantwoordelijk voor de plakkracht. Zetmeel is een ketting van suikermoleculen met heel veel vertakkingen. In de waterige lijm zijn al die ketens prachtig uitgerold. Wanneer de lijm indroogt, verdampt het water en klitten de zetmeelsliertjes aan elkaar. Kleuterlijm kun je ook prima zelf maken van wat aardappelzetmeel en een pannetje water op het fornuis. Een echte durfal smeert het als gel in zijn haar. Geen succes? Dan is één wasbeurt genoeg om de lijm weer uit te wassen.