Predikbeurten
Voor veel lezers van deze krant zijn de predikbeurten en het beroepingswerk rubrieken waarover ze bijna altijd even hun oog laten gaan. Het beroepingswerk heb je meestal zo doorgenomen, de predikbeurten vragen iets meer tijd. Er zijn lezers die er echt voor gaan zitten. Ze pluizen de twee pagina’s helemaal uit en trekken zo hun conclusies: Als ds. X in plaats Y mag preken, dan is dat opvallend. En als dat vaker gebeurt, dan is er iets bij de predikant of met de gemeente aan het veranderen. Gevolgtrekkingen zijn gauw gemaakt.
De scriba’s van de kerkenraden leveren de predikbeurten aan. Meestal zenden ze een overzicht dat een kwartaal of een halfjaar beslaat. Eventuele wijzigingen kunnen altijd nog worden aangebracht. De medewerksters op het redactiesecretariaat voeren de gegevens in. Inmiddels kunnen zij specialisten worden genoemd. Als ze een opvallende afwijking constateren, bijvoorbeeld een christelijke gereformeerde predikant op de kansel van een gereformeerde gemeente, dan trekken ze aan de bel. Klopt dit? Vaak zijn kerkenraden hen dankbaar voor misverstanden die zo worden voorkomen.
De gegevens voor het beroepingswerk ontvangt de kerkredactie veelal via Scheps, een persbureau dat al vele jaren gespecialiseerd is in het bijhouden van kerkelijke mutaties en deze beschikbaar stelt aan verschillende kranten. Scheps staat bekend om zijn accuratesse. Veel kerkenraden weten de weg naar het bureau te vinden. Helaas is er een beperkt aantal kerkenraden dat vergeet Scheps en de pers te informeren. Dat is jammer. Het is immers informatie waarin veel lezers zijn geïnteresseerd. Wij verzoeken de scriba’s van kerkenraden daarom dringend zo spoedig mogelijk de gegevens rond beroepingswerk door te geven.
Jarenlang was de indeling van de rubriek beroepingswerk en de notatie bij de predikbeurten helder. Bij de predikbeurten stonden per plaats de kerkdiensten vermeld van kerken die we in ruime zin tot onze achterban rekenen. En dat volgens een vaste volgorde: eerst de hervormden, dan de afgescheidenen.
Met de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland verandert het een en ander. Boven het beroepingswerk noteerden we altijd het landelijke kerkverband. Dat blijven we doen. Eerst komt nu de Protestantse Kerk in Nederland aan de beurt. Tussen haakjes zetten we vervolgens om wat voor soort gemeente binnen de PKN het gaat: hervormd, gereformeerd, evangelisch-luthers of protestants.
De hervormden die buiten de PKN blijven, hebben besloten voorlopig de naam ”Nederlandse hervormde gemeenten (in hersteld verband)” te gebruiken. Dat betekent dat we de afkorting van deze naam ook zullen gebruiken: Ned. Herv. Gem. (in h.v.). Als de officiële naam van het landelijke kerkverband bekend is, zullen we die natuurlijk hanteren. Hervormde gemeenten werden tot nu toe op de predikbeurtenpagina’s aangeduid met de afkorting ”Ned. Herv.”. Hervormde gemeenten die gekozen hebben voor het herstelde verband krijgen de aanduiding ”Ned. Herv. (in h.v.)”. Alle andere hervormde gemeenten duiden we bij de predikbeurten aan met de afkorting ”Herv.”.
Verder blijven de gangbare regels van kracht. We vermelden alleen diensten van voorgangers die binnen hun kerkelijke kring preekbevoegdheid hebben. Bijeenkomsten van huisgemeenten en leesdiensten worden dus niet op de predikbeurtenpagina’s opgenomen. Alleen voor de Nederlandstalige diensten in het buitenland maken we wat de leesdiensten betreft een uitzondering.
Zeker nu er de eerste maanden nog veel onduidelijk is, is het voor de medewerkers van het redactiesecretariaat plezierig als scriba’s bij de opgaven van predikbeurten met deze regels rekening houden. Dat voorkomt verwarring. Daar is -zeker in deze tijd van kerkelijke verdeeldheid en verdriet- niemand bij gebaat.