Het Afghaanse ministerie van Defensie verplichtte zich eind maart om voor eind juni 40 procent van de naar schatting 100.000 manschappen van de krijgsheren te ontwapenen. President Hamid Karzai gebruikte het ontwapeningsplan om miljarden euro’s aan hulpfondsen los te krijgen op een donorconferentie in Berlijn. Volgens Arnault moet nog aan de uitvoering van het plan worden begonnen. De VN stellen dat zonder ontwapening van de milities de parlements- en presidentsverkiezingen een klucht dreigen te worden.

Het probleem ligt voor een deel bij het ministerie van Defensie, dat onder leiding staat van de invloedrijke Tadzjiekse leider Mohammed Fahim. Het ministerie is traag met het nemen van maatregelen en heeft de verdenking op zich geladen dat het eigenlijk tegen de ontwapening is. Volgens VN-medewerkers weigeren drie belangrijke commandanten van de Tadzjiekse Jamiat-partij, waartoe ook Fahim behoort, lijsten van manschappen die moeten worden gedemobiliseerd, over te dragen. De drie zijn de gouverneur van Herat, Ismail Khan, en de commandanten van het 6e en het 7e legerkorps, generaal Mohammed Daoud en generaal Atta Mohammed.

Een commandant van Mohammed in de noordelijke stad Mazar-e-Sharif, generaal Abdul Sabur, beweert dat het ontwapeningsplan Mohammeds rivaal in het noorden, de Oezbeekse leider Abdul Rashid Dostum, in de kaart speelt. „Als Karzai en de VN ons de garantie geven dat wij niet worden aangevallen, tekenen wij zaterdag”, aldus Sabur. „De VN houden geen rekening met het machtsevenwicht.”