Kerk & religie

Apartheid blijft kerkelijk leven in Zuid-Afrika stempelen

De apartheid mag dan sinds enkele jaren uit de Zuid-Afrikaanse grondwet zijn verdwenen, in het leven van alledag is dat nog lang niet altijd merkbaar. Zeker ook in het kerkelijke leven niet. Ds. Alfred Xuba, predikant binnen de zwarte Hervormde Kerk in Suidelike Afrika (HKSA): „Ons blanke Nederduitsch Hervormde Kerk heeft nog steeds niet duidelijk uitgesproken dat apartheid zonde is.” Toch blijft hij moed houden.

A. de Heer
7 May 2004 10:24Gewijzigd op 14 November 2020 01:12
Ds. Alfred Xuba, predikant van de –zwarte– Hervormde Kerk in Suidelike Afrika (HKSA), hier voor het hervormde kerkje in Serooskerke. Ds. Xuba is verbonden aan de gemeente in Bloemfontein, de hoofdstad van Vrijstaat. Foto Wim van Vossen
Ds. Alfred Xuba, predikant van de –zwarte– Hervormde Kerk in Suidelike Afrika (HKSA), hier voor het hervormde kerkje in Serooskerke. Ds. Xuba is verbonden aan de gemeente in Bloemfontein, de hoofdstad van Vrijstaat. Foto Wim van Vossen

Samen met zijn vrouw verblijft de 52-jarige predikant deze weken in het Zeeuwse Serooskerke. In de statige hervormde pastorie ter plaatse, de woning van dr. G. Bos en echtgenote, weet hij zich welkom. Zó welkom, dat hij zich erover blijft verbazen. „Nooit wilden witmensen met ons, zwarten, te maken hebben. In 1996 brachten dominee en mevrouw Bos ons een bezoek, met een baie grote groep andere mensen uit Nederland. Voor het eerst in de geschiedenis hebben we toen samen met blanke hervormden in de kerk gezeten. En het nachtmaal gehouden.”

Het is de eerste keer dat ds. Xuba Nederland aandoet. „Een klein land. Maar wel een heel mooi land”, zegt hij, met een armzwaai in de richting van de horizon. Het blijft fascineren, het Zeeuwse landschap. „Zuid-Afrika is ook mooi. En groot. Maar er zijn veel problemen.”

Jarenlang was Xuba als ambtenaar verantwoordelijk voor het verzorgen van paspoorten. Hij liep vast op de apartheidsproblematiek. „Steeds meer raakte ik ervan overtuigd dat apartheid volgens de Bijbel verkeerd is.” Hij besloot theologie te gaan studeren, predikant te worden. „Om op die manier te proberen de zaken te kunnen veranderen.”

Inmiddels is ds. Xuba achttien jaar predikant. Aanvankelijk in Mafiking, in Noordwest-Kaap; later in Bloemfontein, de hoofdstad van Vrijstaat. Een stad die voor het grootste deel uit zwarten bestaat, zegt hij. „Zoeloes, Xhosa, Sotho’s. Wij zwartmensen leven samen. Maar apart van de witmensen. Een blanke kan eigenlijk niet met een zwarte trouwen; zal dat ook niet snel doen.”

De HKSA ontstond in 1923, als dochterkerk van de blanke Nederduitsch Hervormde Kerk van Afrika. Op dit moment telt ze 72 gemeenten, en zo’n 20.000 leden. Samensprekingen tussen de beide kerkverbanden bleven tot nu toe zonder resultaat: vooralsnog blijven ze naast elkaar bestaan. Weliswaar schrapte de Nederduitsch Hervormde Kerk nog niet zo lang geleden het beruchte ”artikel 3” -waarin zij uitsprak dat uitsluitend blanken lid konden zijn- uit haar kerkorde, maar „erg van harte ging dat allemaal niet”, zegt ds. Xuba. „En in de praktijk mogen wij nog steeds geen diensten bijwonen in de Nederduitsch Hervormde Kerk. Nog verleden jaar gebeurde het dat ik niet werd toegelaten bij een witkerk.”

Toch bespeurt hij hier en daar een lichtpuntje. „Er komt een nieuwe generatie predikanten. Die zouden een belangrijke rol kunnen gaan spelen in het wegnemen van de hindernissen. En: zowel het moderamen van de blanke kerk als dat van de HKSA is nu bezig een memorandum te schrijven ten behoeve van de samensprekingen. We moeten práten. Wij komen bij hen vandaan; we horen bij elkaar. We mogen niet gescheiden blijven. Zuid-Afrika is een democratie geworden, waar zwarte mensen dezelfde rechten hebben als blanke. Maar waarom is de situatie op kerkelijk terrein, uitzonderingen daargelaten, dan nog altijd onveranderd? De blanke kerk heeft nog steeds niet duidelijk uitgesproken dat apartheid zonde is. Ze vergoelijkt het een beetje: „De apartheid had ook zijn goede kanten”, en „Artikel 3 was goed bedoeld: we wilden onze eigen cultuur bewaken.””

Ds. Xuba heeft een wens. „Wat wij vragen van de Nederlandse Hervormde Kerk is of zij ertussen wil komen. Of zij wil proberen het verzoeningsproces tussen onze kerken te bespoedigen.”

Bij de HKSA-gemeente in Bloemfontein zijn een kleine 950 „lidmaten” -ouderen, jongeren- aangesloten. En de gemeente groeit nog steeds, aldus de predikant. Zozeer zelfs dat het kerkgebouw moet worden uitgebreid. De kosten worden voor het grootste deel betaald uit giften. Vanuit de Nederlandse gemeenten die dr. Bos (hoofdredacteur van Confessioneel, het orgaan van de Confessionele Vereniging) diende.

De problemen in de hoofdstad van Vrijstaat zijn groot, zegt ds. Xuba. „Begin jaren negentig ontstonden bijvoorbeeld, vlak bij ons, de plakkerkampen - uitgestrekte krottenwijken. De armoede, de ellende in deze kampen is onbeschrijflijk.” De aanblik ervan vormde voor hem aanleiding om, vanuit de kerkelijke gemeente, een kleuterschool op te zetten, bedoeld voor met name de kinderen in de plakkerkampen. „Er was één groot probleem, en dat was dat de regering ons niet wilde subsidiëren, omdat de school van de kerk uitging. Toch zijn we gestart - met geld uit Nederland. Op dit moment zitten er vijftig kinderen op school, in de leeftijd van één tot zes jaar.”

Om de kleuterschool draaiende te houden, wordt van de ouder(s) verwacht dat ze vijftig rand per maand betalen. Ds. Xuba, eufemistisch: „Dat is een probleem.” Maar er is nog een andere, aangrijpender moeilijkheid. „Zuid-Afrika wordt geplaagd door de aids. Die ziekte gaat ook onze kleuterschool niet voorbij: elf van de vijftig kinderen hebben aids. En wat zien we nu: dat de groep kinderen zonder aids op geen enkele manier meer wil omgaan met de andere groep, uit angst voor besmetting.” Overigens is een oplossing intussen gevonden: „Een mevrouw die zelf aids heeft, bood aan leidster te worden van die elf kinderen. En: we zien haar helemaal opleven. Ook haar leven heeft weer een doel gekregen.”

We zijn blij met de kleuterschool, zegt de predikant. „Zo kunnen we als zwarte hervormde kerk toch iets betekenen voor de gemeenschap. En we merken dat dat ook opgemerkt wordt.” Zelfs door de regering - die inmiddels wel medicijnen wil geven.

Ook de werkloosheid vormt een groot probleem, niet alleen in Bloemfontein, maar in heel Zuid-Afrika. De gevolgen gaan de kerk niet voorbij. „Mensen schamen zich er vaak voor dat ze niets kunnen geven aan de kerk”, constateert ds. Xuba. „Dus blijven ze maar weg. En echt: het maakt ons niets uit als ze niets geven. Als ze maar komen. Maar dat doen ze niet.” Zijn eigen traktement wordt betaald uit de kassen van de Nederduitsch Hervormde Kerk: 400 rand per maand, zo’n 50 euro.

Is er, te midden van alle maatschappelijke en sociale problematiek, nog wel aandacht voor de bijbelse boodschap? Voor de preek? „Laat ik de huwelijksproblematiek als voorbeeld nemen”, zegt de Zuid-Afrikaanse voorganger. „Ik preek daarover, waarschuw voor de gevolgen van een losbandige levensstijl, waarschuw ook tegen het samenwonen. Maar het helpt niet. Ik bereik er niets mee. Pas nog heeft een jongen met aids in de gemeente iets verteld over zijn eigen leven. Hij waarschuwde: „Mensen, een jaar geleden leefde ik nog hetzelfde als jullie. Nu zien jullie de gevolgen: over een week ben ik er niet meer.” Hij kreeg gelijk: een week later was hij overleden. Maar de mensen leren er niet van. Dat is heel ontmoedigend. Al merk ik tegelijk dat gemeenteleden wel luisteren naar Gods Woord, en naar de boodschap van Zijn genade.”

Op 11 mei vertrekt het echtpaar weer uit Nederland. Aanstaande zondag zal ds. Xuba nog voorgaan in het kleine hervormde kerkje van Kattendijke - zoals hij dat ook deed in Ouderkerk en Serooskerke. De collecten zijn bestemd voor zijn gemeente in Bloemfontein. „En als ik duidelijk spreek, verstaan de mensen me wel.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer