Maastunnel maakt in elke Rotterdammer wat los
De oudste verkeerstunnel van Nederland is de Maastunnel in Rotterdam. En met zijn ventilatiegebouwen, gele lichten en witte tegeltjes is hij bovendien een fenomeen. De Kunsthal staat vanaf zaterdag met een expositie stil bij zijn 75e verjaardag.
Vanuit hun huis zagen ze jarenlang hoe werkmannen timmerend en borend en hijsend de Maastunnel bouwden. Enorm nieuwsgierig geworden, vroegen de drie jonge knapen Charlois aan de bouwvakkers of ze niet even een kijkje mochten nemen in de tunnel. Dat mocht. Het is 1942.
Ze moeten naar beneden met een roltrap – dat hadden ze nog nooit gezien. Ze lopen maar en lopen maar. Net zo lang tot ze weer naar boven kunnen. En dan gaan ze terug. Eenmaal thuisgekomen vertellen ze dat ze ónder de Maas hebben gelopen – maar niemand die ze gelooft.
Witte tegeltjes
Het is een van de verhalen die worden verteld op de expositie ”Onze tunnel. 75 jaar Maastunnel Rotterdam”, die vrijdag opende in de Kunsthal in de stad. Het verhaal klinkt uit een monitor die aan de muur van een compleet nagebouwd tunneldeel hangt. De hoogte, de witte, glanzende tegeltjes, het gele licht – ze maken de verbeelding heel realistisch. Iedere bezoeker kan zo ook ervaren wat die drie jongens uit Charlois ervoeren.
Het wás ook bijzonder wat ze zagen, vertelt curator Eva van Diggelen. „Dit is de eerste verkeerstunnel van Nederland. Zoiets bestond gewoon bijna niet.” Ze legt uit dat ingenieurs op het idee kwamen tijdens een studiereis door Amerika – daar was al wel zo’n tunnel. In 1937 begon de bouw. Uit zo’n tien afgesloten delen bestond de tunnel. Stuk voor stuk werden ze afgezonken naar de bodem. En eenmaal op hun plek, werden de delen doorgebroken. Een unieke bouwmethode, volgens Van Diggelen.
Een tunnel was, zegt ze, hard nodig. „De stad groeide, de haven breidde uit en het verkeer nam toe. De bruggen die noord en zuid met elkaar verbonden, stonden vol.” Ze wijst naar een foto, elders in de expositieruimte, van de Koninginnebrug. Er is geen leeg plekje te ontdekken. Overal staan mensen en auto’s.
De tunnel ging 14 februari 1942 open, 75 jaar geleden. Zonder officiële handeling overigens. „De Duitsers wilden er geen ruchtbaarheid aan geven”, verklaart de curator. „Mogelijk omdat het geen Duits, maar een Rotterdams project was. De bouw was immers al voor de oorlog begonnen.”
De tunnel voorzag inderdaad in een grote behoefte – een nog grotere zelfs dan verwacht. Tijdens de wederopbouw veranderde de functie van de binnenstad namelijk, stelt Van Diggelen. Daar ging men nu werken, wonen ging men nu doen „op Zuid.”
De noord-zuidverbinding werd dus steeds belangrijker, en zo werd de tunnel nog po- pulairder. Ter illustratie wijst ze naar een foto uit de jaren 50 van een hele rits fietsers die voor de tunnel wachten.
Een speciaal tunneldeel voor fietsers is eigenlijk heel bijzonder, vult Van Diggelen aan. Alleen in Antwerpen kent ze er een.
Bij elke Rotterdammer maakte de tunnel wel iets los, ontdekte ze tijdens het onderzoek voor de tentoonstelling. „Iedereen heeft er wel een verhaal over, en kent een familielid dat er heeft gewerkt of eraan heeft meegebouwd.”
Dat gele licht
Tot voor kort was ze zelf nog nooit in de tunnel geweest, bekent ze – ze woont in Utrecht. Maar toen ze erdoorheen liep, ervoer ze wat die Rotterdammers toch ervaren. „Wow, dacht ik.” Het zit ’m in die witte tegeltjes aan de wand, zegt ze, in dat gele licht, in die ventilatiegebouwen en in zo veel meer.
Al die kenmerkende elementen blijven als de tunnel later dit jaar wordt gerestaureerd, weet ze. Het is namelijk sinds 2006 een rijksmonument. Aan het uiterlijk van de tunnel mag dus niks veranderen.
Wat er vernieuwd wordt, kunnen bezoekers ervaren als ze in de bovenste expositieruimte in een autootje stappen en een virtual reality-bril opdoen. Door de renovatie kan de tunnel Rotterdam nog jarenlang van dienst zijn.