Doel top in Parijs is rechtstreekse besprekingen Israël en Palestijnen te bevorderen
RD-correspondent Alfred Muller levert wekelijks vanuit Jeruzalem commentaar op gebeurtenissen in Israël. Vandaag: een vredesconferentie in Parijs.
Meer dan zeventig landen en internationale organisaties komen morgen bij elkaar voor een vredesconferentie in Parijs. Het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt op zijn website dat de bijeenkomst bedoeld is om een impuls te geven aan rechtstreekse onderhandelingen tussen de Israëliërs en de Palestijnen.
Het is niet de bedoeling dat de conferentie in de plaats komt van rechtstreeks overleg. Maar de deelnemers zijn er wel al over uit wat het eindresultaat dient te zijn. Dat is, in de woorden van de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Ayrault, „twee staten, Israël en Palestina, die in vrede en veiligheid naast elkaar leven.”
Rechtstreekse besprekingen tussen Israëlische en Palestijnse delegaties strandden in 2014. Dat gebeurde na een negen maanden durende overlegperiode onder toezicht van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry. De Israëlische premier Netanyahu zegt bereid te zijn rechtstreekse onderhandelingen te hervatten. Maar de Palestijnse president Mahmud Abbas wil alleen praten als Israël de uitbreiding van de nederzettingen op de Westoever staakt.
De conferentie volgt op de bijeenkomst van 3 juni vorig jaar. Toen kondigden de deelnemers maatregelen aan die de partijen moeten aanmoedigen weer om de tafel te gaan zitten. Deze liggen op maatschappelijk, economisch en bestuurlijk gebied. De conferentie zal mogelijk afsluiten met een document. Dat moet dan dienen als basis voor een resolutie waar de Veiligheidsraad dinsdag over praat. Daar zal Washington naar verwachting een veto over uitspreken, tenzij de tekst in zijn ogen voldoende evenwichtig is.
De bedoeling was dat Abbas en Netanyahu elkaar op de conferentie zouden ontmoeten. Dat zou dan het startsein vormen voor hervatting van rechtstreekse onderhandelingen. Maar Netanyahu haalde donderdag stevig uit naar de bijeenkomst. Tijdens de ontmoeting met de Noorse minister van Buitenlandse Zaken Borge Brende, bestempelde hij de Parijse conferentie als een poging om de kans op vrede „hopeloos” te maken. „Het is een in elkaar geflanste conferentie, in elkaar geflanst door de Palestijnen onder Franse auspiciën om nog meer anti-Israëlstandpunten in te nemen.” Hij noemde haar ook een relikwie uit het verleden. Wat hij daarmee bedoelde, zei hij niet. Mogelijk dacht hij aan de wisseling van de wacht in het Witte Huis. Al kan niemand in Jeruzalem en de rest van de wereld precies zeggen hoe de regering van Donald Trump zich zal opstellen tegenover de brandhaarden in het Midden-Oosten. Het kon weleens zijn dat dat de kaarten opnieuw worden geschud. Bovendien kunnen politieke leiders in Europa gedwongen worden het veld te ruimen om plaats te maken voor rechtse populisten.
Maar de vraag is of het allemaal beter wordt. Er bestaat geen garantie dat politici zich straks vriendelijker tegenover Israël op zullen stellen. En het is helemaal onzeker of de kansen op vrede gaan toenemen als ‘Parijs’ mislukt.