Onderzoek naar Den Engh vrijwel zeker
Naar de mogelijke misstanden bij de justitiële jeugdinrichting Den Engh, gevestigd in Den Dolder en Ossendrecht, komt vrijwel zeker een onafhankelijk onderzoek.
Minister Donner (Justitie) wil op die manier duidelijkheid scheppen over alle verhalen en geruchten die de ronde doen over de inrichting. „De kans dat dat onderzoek er komt is zeer reëel”, meldde een woordvoerster van Donner donderdag.
Abvakabo FNV had donderdag al een extern onderzoek geëist. „Een gedegen extern onderzoek is nodig om de rust onder het personeel te herstellen en om een eind te maken aan de cultuur van manipulatie en wantrouwen”, constateert regiobestuurder G. Boggia. Hij ziet in een onderzoek van justitie zelf geen heil.
Donner liet eerder weten dat hij opheldering bij de directie van de inrichting heeft gevraagd over het mogelijk bewust verzwijgen van geweld door en tegen kinderen in de inrichting. Die informatie heeft hij deze week ontvangen. Binnenkort neemt hij een definitief besluit over een onafhankelijk onderzoek.
De bewindsman gaf eerder in de Tweede Kamer al aan dat hij dat zou willen doen om onjuiste verhalen snel uit de wereld te kunnen helpen. Donner stelde eind april in de Kamer dat de beschuldigingen van oud-medewerkers van de inrichting „voor een deel een recycling van oude roddels zijn en voor een deel een vertekend beeld weergeven.”
Deze opstelling van Donner is voor Boggia juist een belangrijke reden voor een onafhankelijk onderzoek. „We zien de doofpot al klaarstaan. Donner heeft zijn onpartijdigheid bij ons verspeeld door signalen over misstanden op voorhand af te doen als „zonder substantie” en „recycling van oude roddels.” De antwoorden van de minister lijken direct ingefluisterd te zijn door de directeur van Den Engh”, meent Boggia. „Bovendien steekt het ons dat Donner stelt dat de signalen louter van ex-medewerkers komen. Juist huidige medewerkers van Den Engh hebben ons benaderd.”
Volgens Boggia trok zijn organisatie in december al bij de directie van Den Engh aan de bel over het „verstikkende werkklimaat, waarin totaal geen ruimte is voor opbouwende kritiek.” Sindsdien is er geen enkele verbetering, maar eerder nog een verharding in de opstelling van de directie gekomen, stelt Boggia. „Wie kritische kanttekeningen durft te plaatsen, riskeert een arbeidsconflict. De directie van Den Engh stelt dat wie kritiek heeft, niet binnen de inrichting past.”
Volgens een woordvoerder van Den Engh herbergt zijn instelling meer dan 200 jongeren, die zonder uitzondering zeer ernstige gedragsproblemen hebben. Een deel van de populatie heeft daarnaast een criminele achtergrond. „Met een dergelijke samenstelling zijn incidenten of escalaties natuurlijk niet altijd te voorkomen”, vertelt hij. „Maar door het melden van voorvallen die over het algemeen uitvergroot zijn of zelfs aantoonbaar onjuist zijn, ontstaat een beeld waarin het overgrote deel van de medewerkers zichzelf en de instelling absoluut niet herkent.”
De zegsman meent dat Den Engh al enige tijd wordt „gestalkt” door een klein groepje (ex-)medewerkers dat kennelijk nog een rekening met de instelling heeft te vereffenen. Hij meent dat dit groepje de media als platform gebruikt om zijn afkeer over de inrichting te uiten. „Een dergelijke aversie komt het realiteitsgehalte van het nieuws niet ten goede.”