Dit is een samenwerkingsverband van zelfstandige Amsterdamse taxichauffeurs met bijna honderd leden die onderling de ritten verdelen. Bij TCA verdienden ze te weinig, aldus bestuurder en oprichter R. Leen van MTA donderdag.

„Met alleen straatwerk konden ze hun brood niet meer verdienen. Wij bedienen het nettere segment, zoals bedrijven en luxe hotels.” De helft blijft daarnaast nog lid van TCA. „Ze zijn bang om TCA los te laten”, zegt Leen. Enkele chauffeurs zijn volgens hem naar MTA gestapt omdat ze van TCA geen eigen communicatieapparatuur in hun taxi mochten installeren. Ze zeiden daardoor te afhankelijk te zijn van een digitaal systeem van TCA dat de ritten verdeelt.

Directeur D. Grijpink van TCA bevestigt dat het zijn chauffeurs niet is toegestaan een eigen mobilofoon te installeren. Enkele van zijn taxichauffeurs zijn begin deze week afgesloten van het TCA-systeem. „Ze pikten klanten op van TCA en verdeelden die binnen MTA”, aldus Grijpink. „Ze stalen het werk van hun collega’s. Je bent of TCA’er of MTA’er. Meer smaken zijn er niet.”

De MTA verwelkomt niet alle chauffeurs van de TCA. „Ze moeten een pak dragen, twee of drie talen spreken, in nette auto’s rijden en de weg kennen”, aldus Leen. Momenteel krijgt hij vijf tot zeven aanmeldingen per week. „Ze zijn bij ons niet afhankelijk van een overkoepelend orgaan. Taxichauffeurs zijn bij ons zelf ondernemer.”

Leen heeft de MTA met twee andere taxichauffeurs opgericht om het werk makkelijker te verdelen. De 100 leden van de vereniging hebben ongeveer 120 taxi’s. TCA is een stuk groter met circa 2300 aangesloten chauffeurs.