Invloed moslimradicalen beperkt
De invloed die orthodox-islamitische organisaties uit het buitenland uitoefenen op moslimscholen, is beperkt. Wel proberen radicale bestuursleden scholen in hun greep te krijgen. De situatie is voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) aanleiding om islamitische scholen kritisch te blijven volgen.
Dat blijkt uit een onderzoek van de BVD naar misstanden in het islamitisch onderwijs. Eerder deze week onthulde het tv-programma Nova dat tien van de 32 islamitische basisscholen banden hebben met radicale moslimorganisaties. De BVD komt op een lager aantal uit. Een op de vijf scholen zou vanbuiten beïnvloed worden.
De BVD heeft geen lesmateriaal onderzocht. Dat gaat de Onderwijsinspectie doen. Eerder deze week zei staatssecretaris Adelmund dat scholen die zich schuldig maken aan aanzetten tot haat en discriminatie hun borst nat kunnen maken.
Volgens de BVD doen zich bij een ruime meerderheid van de moslimscholen weinig zaken voor die schadelijk zijn voor de democratische rechtsorde. Wel wordt op de meeste scholen het bewaren van de eigen identiteit benadrukt en worden bepaalde verschijnselen in de Nederlandse samenleving afgekeurd, maar dit acht de veiligheidsdienst op zichzelf niet onwettig. „Dit gebeurt op een wijze die vergelijkbaar is met de praktijk op andere scholen in het bijzonder onderwijs die nadrukkelijk invulling geven aan hun identiteit, zoals bijvoorbeeld het onderwijs op reformatorische grondslag.”
De buitenlandse organisaties die greep op de Nederlandse moslimscholen proberen te krijgen, doen dat voor een deel op heimelijke wijze. Ze handelen volgens de BVD vanuit nationaal-politieke of politiek-religieuze overwegingen. De dienst vindt dat ongewenst, omdat dit een belemmering vormt voor het onafhankelijk uitoefenen van de grondwettelijke vrijheid van onderwijs. Ook is het schadelijk is voor het integratiebeleid. Het gaat vooral om scholen die opgericht zijn vanuit de Marokkaanse gemeenschap.
De meest actieve organisaties zijn de World Islamic Call Society (WICS) uit Libië, het Al-Waqf al-Islami uit Saudi-Arabië en het Turkse directoraat-generaal voor godsdienstzaken Diyanet. Zowel WICS als Al-Waqf heeft een eigen vestiging in ons land. Vooral de stichting Al-Waqf staat als zeer orthodox te boek en streeft politieke doelen na. Toch moet de invloed van Al-Waqf volgens de BVD niet worden overschat. Ze zou haar activiteiten op een lager pitje hebben gezet. Het WICS is een zware slag toegebracht doordat een belangrijke leider het land werd uitgezet.
Minister de Vries heeft het BVD-rapport ”De democratische rechtsorde en islamitisch onderwijs” woensdag doorgestuurd naar de Tweede Kamer. In de jaarverslagen van de BVD werd de laatste jaren ook al melding gemaakt van de invloed van radicale moslimorganisaties in ons land.
De BVD zegt signalen te hebben ontvangen dat op islamitische basisscholen diverse docenten actief zijn die een fel tegenstander zijn van de integratie van islamitische minderheden in de Nederlandse samenleving „of zelfs radicaal-islamitische overtuigingen zijn toegedaan”. Het betreft godsdienstleraren en docenten in de eigen taal en cultuur. De overheid staat volgens de dienst op dit moment machteloos tegenover dit verschijnsel. De BVD spreekt van „radicaal” als personen of organisaties langs ondemocratische of gewelddadige weg hun doelen nastreven.
Zorgen maakt de BVD zich ook over radicale elementen in de schoolbesturen. Sommige bestuursleden blijken zelfs banden te onderhouden met radicaal-islamitische organisaties als de Palestijnse Hamas of de Egyptische Moslimbroederschap.
Verder komt het voor dat bestuursleden orthodox-islamitische regels zo rigide hanteren „dat een beklemmende, intimiderende sfeer” ontstaat. Zij handelen volgens de BVD niet alleen uit religieuze motieven maar ook uit persoonlijke macht- en statusoverwegingen en financieel eigengewin. Zij zouden doelbewust proberen de integratie te belemmeren. Zowel ouders als personeelsleden zijn onvoldoende in staat „deze misstanden te signaleren, aan te kaarten en aan te pakken.”
Ook de islamitische onderwijskoepelorganisatie ISBO blijkt dit kwaad niet te kunnen keren. De overheid kan evenmin effectief optreden, ook al omdat deze schoolbestuursleden een gunstiger beeld van de school en hun persoonlijke overtuigingen schetsen dan in werkelijkheid het geval is. Kritische docenten en directieleden moeten op dergelijke basisscholen „met grote frequentie” het veld ruimen.
De meeste leerkrachten op islamitische scholen blijken er geen radicaal-islamitische opvattingen op na te houden. Daarbij wijst de BVD erop dat er nog maar weinig (allochtone) moslimleerkrachten zijn. De verwachting is dat dit zal veranderen. „Ten aanzien van enkele islamitische scholen bestaat de kans dat daarmee ook de maatschappelijke afzijdigheid verder zal toenemen.”
Gunstig vindt de BVD dat islamitische scholen volledig door de staat worden gefinancierd, zodat zij de financiële ondersteuning van bijvoorbeeld islamitische gidslanden en islamitische fondsen niet nodig hebben. Ook is de positie van schoolbesturen zo sterk dat zij buitenlandse beïnvloeding kunnen weren.