Aanslag Jeruzalem toont opnieuw de realiteit van terreurdreiging in Israël
De aanslag met een vrachtwagen op militairen in Jeruzalem laat opnieuw zien dat terreurdreiging in Israël een dagelijkse realiteit is. En dat de middelen om dit soort daden te plegen in feite onbeperkt voorhanden zijn.
Vier militairen werden zondag in de Israëlische hoofdstad gedood nadat een Palestijn uit Oost-Jeruzalem met een vrachtwagen op hen was ingereden. Zeventien anderen raakten gewond. Militairen schoten de dader dood. Op beelden is de met kogels doorzeefde voorruit van de vrachtwagen te zien.
Yifat Peled, de moeder van luitenant Maya Peled, vertelde zondag tegen de Israëlische krant Yediot Ahronot over de ervaringen van haar dochter, die bij de aanslag lichtgewond raakte. De officier commandeerde een groep soldaten en stond bij een bushalte. „Eén seconde voor de aanval ging mijn dochter naar een bus om haar jas te pakken. Toen ze zich realiseerde wat er gebeurde, greep ze haar wapen en vuurde vijftien kogels op de truck af. Ze stuurde me direct daarna een sms’je dat ze in orde was en dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Ondertussen was ze bezig de soldaten te verzorgen en alles te doen wat nodig was, inclusief medewerking aan een onderzoek.” Volgens Yifat Peled heeft haar dochter inmiddels tijd om de aanslag te verwerken. „Ze heeft een trauma; ze huilt heel veel. De soldaten die werden gedood, stonden onder haar commando.”
Volgens Yifat Peled is haar dochter „extreem geschokt” over berichten dat soldaten aarzelden om op de terrorist te schieten. Een gids had verklaard dat de militairen niet meteen in actie kwamen uit vrees voor een rechtszaak. Vorige week werd Elor Azaria schuldig bevonden aan doodslag. De militair schoot vorig jaar in Hebron een al zwaargewonde Palestijn dood.
„Mijn dochter is een zeer getrainde militair”, aldus Yifat Peled. Ze is op de hoogte van de regels van het leger om in actie te komen en ze weet wanneer ze wel of niet moet schieten. Ik ben er trots op dat ze heeft geschoten en niet heeft geaarzeld. Maya vuurde op het juiste moment, zoals van haar werd verwacht.”
De Israëlische politie heeft negen Palestijnen uit Oost-Jeruzalem aangehouden, onder wie vijf familieleden van de dader. Volgens de Israëlische premier Netanyahu zijn er aanwijzingen dat de terrorist banden met Islamitische Staat had. De premier kondigde „strenge maatregelen” aan, maar wilde daar zondag niet nader op ingaan.
Regeringsbronnen meldden zondag dat het huis van de 28-jarige dader zal worden verwoest en dat zijn lichaam niet aan de familie zal worden teruggegeven.
De aanslag van zondag was de bloedigste in maanden. Vorig jaar werd Israël regelmatig opgeschrikt door terreur. Aanslagen werden voornamelijk gepleegd met ‘wapens’ die vrij verkrijgbaar zijn. Zo reden Palestijnse terroristen diverse keren met voertuigen in op Joden. Ook aanvallen met messen en schroevendraaiers kwamen veel voor.
Dat tekent precies de ernst van het probleem. De Israëlische veiligheidsdiensten hebben de smokkel van wapens en explosieven door Palestijnen naar Israël goed onder controle. Onder andere door de bouw van de veiligheidsmuur tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever.
De verkoop van steekvoorwerpen kan echter niet aan banden worden gelegd. Een simpel keukenmes kan in de handen van een terrorist in een dodelijk wapen veranderen. Dat geldt ook voor auto’s en vrachtwagens, zo liet de aanslag van zondag weer zien.
Zolang de Palestijnse haat tegen Joden in het algemeen en Israël in het bijzonder niet afneemt, zal de voedingsbodem voor dit soort daden blijven bestaan. Alleen een oplossing voor het slepende conflict kan verder geweld voorkomen. En dan nog zullen er fanatici blijven die niet voor terreur zullen terugdeinzen.