Het is niet de eerste keer dat zulke verhalen in de pers verschijnen, maar het is wel de eerste keer dat zo’n verhaal niet is gebaseerd op „anonieme bronnen”, maar op citaten van naaste medewerkers van de bewindsman en zelfs van Powell zelf.

In een uitgebreid artikel, getiteld ”Oorlogsslachtoffer”, zegt chef-staf Larry Wilkerson dat de bewindsman er weinig voor zou voelen nog eens vier jaar te dienen onder George Bush als die in november voor een tweede ambstermijn herkozen zou worden. Wilkerson noemt de irritatie van Powell over „de arrogantie en de lichtvaardigheid” waarmee sommigen in de regering-Bush „Amerikaanse mannen en vrouwen de oorlog insturen.” Wilkerson doelt daarmee duidelijk op Bush zelf, op vice-president Cheney, op minister van Defensie Rumsfeld en diens plaatsvervanger Wolfowitz.

De irritaties van Powell blijven blijkbaar niet beperkt tot Bush’ omstreden invasie van Irak. Wilkerson noemt bijvoorbeeld het anti-Cuba-beleid van Washington „het domst denkbare beleid.” Powell zei gisteren dat hij het artikel niet had gelezen en weigerde commentaar. Zijn woordvoerder Richard Boucher ontkende dat Powell zou willen opstappen, maar hij weersprak niet dat de bewindsman Wilkerson, Armitage en enkele anderen toestemming had gegeven met GQ over hem te praten.

Sommige analisten vragen zich overigens af waarom Powell niet opstapt als hij zo ongelukkig is met zijn positie binnen de regering-Bush. „Waarom houdt Powell niet de eer aan zichzelf en stapt hij op? Deze nauwelijks gecamoufleerde oppositie binnen de regering doet zijn positie ook geen goed”, meent analist Thomas Dillard van het Cato Research Institute in Washington.