Mentor
tekst Georg Lindhoud
Het was een oude, wijze man. De huisvriend van de familie. Hij werd gerespecteerd om zijn wijsheid en had het volle vertrouwen. Bij afwezigheid van de vader des huizes kreeg hij de verantwoordelijkheid voor diens zoon. Hij adviseerde hem en was zijn voorbeeld. Hij leidde hem door veel gevaren heen. Wie hij was? Deze oude raadgever luisterde naar de naam Mentor.
Mentor. Ontleend aan de Griekse mythologie. De ervaren, gerijpte persoon die zijn wijsheid, kennis en ervaring ten goede van zijn pupil aanwendt. Hij is een levensbeschouwelijke gids. Uit de diepe rivier van zijn eigen levensloop laat hij de stroom van levenslessen over de vers omgeploegde akker van zijn frisgroene kwekeling lopen. De vrucht daarvan zal pas later het zonlicht aanschouwen.
Mentor beseft dat. Hij laat zich daardoor niet ontmoedigen maar veeleer aanmoedigen. Hij denkt bij zichzelf: Wie in het najaar wil oogsten, zal in het voorjaar zaaien.
Het mooiste is als het moment komt dat zijn pupil later zelf mentor zal zijn. Tegen die tijd is Mentor zelf inmiddels Nestor. Een echte éminence grise.
Hoe zou de hedendaagse versie luiden? Zou Mentor dan Coach heten? En zou Coach vervolgens uitzien naar het moment dat zijn pupil ook coach werd? Mocht hij zichzelf tegen die tijd dan senior coach noemen?
Coach zou zijn pupil vooral aan het denken zetten door vragen te stellen. „Wat heb je hiervan geleerd? Welke waarden zijn voor jou belangrijk? Hoe zou je dit een volgende keer anders kunnen doen? Wat is voor jou de norm?” In plaats van gids te zijn, zoals Mentor, zou Coach vooral de spiegel voorhouden. Pupil zou geen éminence grise zien maar een éminence noir.
In het verhaal begon er toen iets te knagen bij deze jongeman. Hij begon te verlangen naar een echte Mentor die hem niet verweesd aan zichzelf overliet. Om zich heen zag hij zijn vrienden op allerlei levensbeschouwelijke thema’s gaan zwalken omdat ze van Coach te horen kregen dat ze vooral zelf moesten leren denken en eigen afwegingen moesten leren maken. Dat wilden ze ook wel, maar het was zo moeilijk en zo complex. Ze bedachten dat ze toch echt wel hulp van wat Mentoren konden gebruiken (ook al wilden ze dat eigenlijk niet toegeven en klonk er wat gemompel dat die hun leefwereld toch niet begrepen).
Aan de vooravond van het Lutherjaar bedachten ze een plan. Luther was een echte historische mentor. We vragen aan al onze opvoeders twee goede voornemens. 1. Kruip komend jaar door minimaal één werk van zo’n historische mentor heen (uit de rijkdom van de latere traditie mag ook). Het zal ons allemaal verrijken. 2. Wees mentor! beeld Wikipedia