Onrust in Israël over plan annexatie Westoever
Binnen de Israëlische regering is grote verdeeldheid over het aangekondigde wetsvoorstel om delen van de Westelijke Jordaanoever te annexeren. Volgens sommigen zal dat een ramp voor Israël betekenen.
„Tegen het eind van deze maand” wil de Israëlische minister van Onderwijs, Naftali Bennett, een wetsontwerp indienen voor de annexatie van Maale Adumim, een van de grootste Joodse gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever, zo melden Israëlische media en de Britse krant The Guardian.
Volgens Bennett is dit een eerste stap in het annexeren van alle ”C-gebieden” die ten oosten van de zogenaamde Groene Lijn liggen en onder Israëlisch militair bestuur vallen. Bij elkaar vormen de C-gebieden ongeveer 60 procent van de Westelijke Jordaanoever.
Bennett sprak al voor de jaarwisseling over zijn plannen om deze gebieden officieel te annexeren, maar heeft tijdens een bezoek aan een bijeenkomst in Maale Adumim van zijn partij, Joods Huis, aangekondigd met een concreet wetsvoorstel te zullen komen.
Gevoelig
Het onderwerp ligt politiek in Israël uiterst gevoelig. Premier Netanyahu had eind december tijdens een bijeenkomst van Likud zijn partij en zijn ministers nog gewaarschuwd de term „annexatie” voorlopig te mijden. Maar Bennett kondigde zijn wetsvoorstel aan, juist op het moment dat premier Netanyahu maandagavond door de politie werd ondervraagd over het aannemen van mogelijk te grote giften van zakenlieden. De premier wordt morgen opnieuw verhoord.
Binnen het Israëlische kabinet is zeer verschillend gereageerd op Bennetts aankondiging. Partijgenoot en minister van Justitie Ayelet Shaked steunt Bennetts plannen en heeft er al eerder op aangedrongen de inwoners van de Joodse nederzettingen onder Israëlische burgerlijke wetten te laten vallen, in plaats van onder het militair gezag. Ook de minister van Openbare Veiligheid, Gilad Erdan, lid van Likud, wil de nederzettingen inlijven.
Maar minister van Defensie Avigdor Lieberman, leider van de partij Israël Ons Thuis en inwoner van een nederzetting op de Westelijke Jordaanoever, noemde de plannen van Bennett een provocatie. „Elke dag hoor ik nu dit festival van ”pas de soevereiniteit toe”, maar dit is alleen maar schadelijk voor de nederzettingen en veroorzaakt ook diplomatieke schade”, aldus Lieberman dinsdag in Petah Tikva.
Zijn collega Tzachi Henegdi, minister van Regionale Zaken en lid van Likud, ging een stap verder. Eenzijdige annexatie van delen van de Westoever „zou een ramp voor Israël betekenen.” „Dit is alleen de agenda van Bennett, niet die van de premier”, citeerde dagblad Ha’aretz de minister.
Resolutie
Oppositieleider Isaac Herzog van de Zionistische Unie heeft Bennett fel aangevallen. „De krachten die annexatie eisen worden steeds sterker en ze hersenspoelen het publiek met leugens als: „We zullen gebied C annexeren en de wereld zal dat toestaan”, aldus Herzog. „Gebied C is 60 procent van Judea en Samaria. Dit maakt niet alleen geen kans, maar het zou hier ook een Bosnië of een Syrië creëren.”
Volgens de Times of Israel heeft Bennett zijn plannen geconcretiseerd na de resolutie, pal voor Kerst, in de Veiligheidsraad. Daarin werd het Israëlische nederzettingenbeleid veroordeeld. „Het is nu tijd om te beslissen tussen twee alternatieven: ons land opgeven of soevereiniteit”, zei Bennett tijdens een bezoek aan de Klaagmuur. Later zei hij in een interview met de krant Yedioth Ahronoth dat met de komst van president Donald Trump „Palestina van de agenda zal worden gehaald. Het tijdperk voor een Palestijnse staat is ten einde gekomen.”
De resolutie van de Veiligheidsraad is volgens Bennett aanleiding „te stoppen met het bewandelen van de suïcidale route van een Palestijnse staat en de Israëlische wet zo snel mogelijk toe te passen op Maale Adumim, de Jordaanvallei, Ofra en alle andere delen van het C-gebied.” Volgens Bennett biedt de inauguratie van Trump, op 20 januari, „een kortdurende kans” om met de inlijving te beginnen.
In de ogen van Lieberman is Bennett vooral dom bezig: „We moeten slim zijn en niet provoceren. Dit soort zaken moeten in kalmte, wijs en vasthoudend worden aangepakt – en niet met de fanfare erbij.”