Groei stadsbevolking contrasteert met daling aantal kerkleden
De bevolking van ons land groeide het afgelopen jaar meer dan in voorgaande jaren, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ons land telt nu 17,1 miljoen inwoners.
Opvallend is dat de bevolkingsgroei zich vooral voordeed in de grote steden. Deze ontwikkeling is niet nieuw. Sinds 2008 is het al zo dat de bevolkingsgroei in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam groter is dan die in de rest van Nederland.
Daar staat tegenover dat op sommige delen van het platteland het aantal inwoners daalde. In 21 procent van de gemeenten was er duidelijk sprake van een neerwaartse trend.
De cijfers van de groei van de stadsbevolking staan ook in schril contrast met de groeicijfers van kerken in die conglomeraten. Die vertonen doorgaans nog steeds een dalende trend, in ieder geval als het gaat om de traditionele kerken. Met weemoed denken zeventigers en tachtigers die in de grote steden zijn geboren nog aan de tijd dat massa’s mensen op zondag naar de kerk trokken. Dat is voorbij.
Veel leden van die kerken zijn van de stad naar de omliggende gemeenten of naar het echte platteland getrokken. In sommige plaatsen leidde dat weer tot een explosieve groei van het inwonertal. Kleine kerken groeiden uit tot megakerken.
De redenen voor deze verhuizing waren heel divers: woningnood, werk, onderwijsvoorzieningen, rust en nog veel meer. Maar het effect van deze trek van de stad naar het platteland was dat de kerk goeddeels uit de stad verdween. Geen drommen kerkgangers meer door de straten van Rotterdam of Utrecht. Op zondagmorgen geen kakofonie van klokgelui meer in Amsterdam of Den Haag. Het kerkelijk erf ligt er sindsdien verlaten bij.
Hoe begrijpelijk de argumenten voor het wegtrekken uit de stad ook zijn, er ging wel iets kostbaars verloren. Hebben mensen die deze stap zetten, zich dat wel voldoende gerealiseerd? Is het niet veelzeggend dat de eerste christelijke gemeenten vooral in steden ontstonden – daar waar de troon van de satan was, zoals de apostel Johannes schreef? Was het niet de taak van christenen om juist daar als zoutend zout te zijn? Nergens staat in de Bijbel dat mensen bij elkaar moeten kruipen om in eigen sfeer te leven – hoe aangenaam dat ook moge zijn en hoe verkieslijk dat met het oog op bijvoorbeeld kinderen ook is.
Het is positief dat jonge echtparen soms bewust in de stad gaan wonen en daar de kerkelijke gemeenten komen versterken. Dat verdient aanmoediging.
Hoopgevend is ook de komst van immigrantenkerken. In een stad als Amsterdam zijn er inmiddels tientallen. Zij zijn als lichtpunten in de duisternis van een geseculariseerde stad.
Tegelijk is het jammer dat ze veelal gescheiden van de bestaande kerken optrekken. Voor de christelijke gemeente mogen etnische en culturele verschillen toch geen rol spelen? Wat zou er een signaal van uitgaan als deze groepen samen met leden van traditionele kerken hun stem laten horen in steden die door de secularisatie woestijnen van geestelijke verlatenheid zijn geworden.