Consument

Bladerdeegstengels met appel, kaneel en karamelsaus

„Mam, let je wel op het blikje?” Zoon kijkt me wantrouwend aan. Op het gasfornuis, in een pan vol water, dobbert een blikje gecondenseerde melk. Eigenlijk dobbert het niet, het staat op de bodem, helemaal onder water. Gelukkig maar, want wanneer het boven water komt, zou het kunnen ontploffen, zo gaat het verhaal.

Mariëlle Oussoren-Buys

30 December 2016 18:27Gewijzigd op 16 November 2020 09:28
beeld RD
beeld RD

Zover is het nooit gekomen. Maar daar hebben bijna 8-jarige jongetjes natuurlijk geen boodschap aan. Als die het woord ontploffing horen, nemen ze het uiterst serieus. Het blikje wordt tijdens de hele kooktijd –2,5 uur– dus toch wel oogluikend in de gaten gehouden. Explosiegevaar in huis is cool, maar ook spannend.

Doel van de lange kooktijd is om de zoete melk om te vormen tot een karamelachtige pasta. Lekker slow dus, deze bereiding. De karamelpasta, die ook wel dulce de leche heet, is met name in Latijns-Amerika heel populair. Je kunt de pasta zo op brood smeren, als taartvulling gebruiken, in brownies meebakken en nog veel meer. Ik gebruik ’m dit keer als dipsaus. Bak er bladerstengels met appel en kaneel bij (zie hiernaast), en serveer met de karamelpasta.

Volgens het panel hier rook het tijdens het bereiden in huis naar oudjaar, dus de appel-kaneelstengels kunnen zomaar een alternatief zijn voor de appelbeignets. Voor de karamelpasta doe je –nog even op een rijtje– een gesloten blikje zoete, gecondenseerde melk in een pan heet water, zo dat het blikje onderstaat. Na 2,5 uur koken (check het waterniveau regelmatig) haal je het blikje uit de pan en laat je het helemaal afkoelen. Roer de karamel dan goed door.

Het kost even tijd, en in die zin is het een slow recept. Maar eerlijk gezegd denk ik bij die term vooral aan op je elfendertigst in een pan roeren of met een tijdschrift binnen handbereik wat rondhangen in de keuken. Zorgeloos. Die definitie van slow moet je bij dit recept iets aanpassen als je althans een bijna 8-jarig jongetje in huis hebt. „Mam, wat nou als het blikje echt ontploft?” Tja. „Hoe gaat dat dan precies?” Eh. Geen idee. En ik wil het niet weten ook.


Appel-kaneelstengels

Ingrediënten

(voor 32 gevulde of voor 48 knapperige stengels)

  • 8 plakjes bladerdeeg

  • 2 appels

  • 1,5 el suiker + extra om te bestrooien

  • 1,5 tl kaneel

  • eidooier of (koffie)room om te bestrijken

Bereiding

Haal de bladerdeegplakjes uit de vriezer. Laat ze kort ontdooien, ze zijn het beste te verwerken als ze niet helemaal zacht zijn.

Schil de appels. Hak ze in een hakmolen tot fijne stukjes (raspen kan eventueel ook). Meng de suiker en de kaneel door de appel. Laat het mengsel uitlekken in een zeef, duw licht aan met een lepel, zodat overtollig vocht kan weglopen. Verwarm de oven alvast voor op 220 graden Celsius.

Voor de gevulde stengels: bestrijk 4 plakjes bladerdeeg elk met twee eetlepels van het appelmengsel, zodat er een dunne laag op het hele vel ligt. Bedek elke deegplak met een tweede bladerdeegvel. Druk voorzichtig iets aan. Snijd de gevulde deegplak in acht gelijke stengels. Leg ze op een bakplaat en bestrijk de bovenkant met ei of room. Bestrooi eventueel met wat extra suiker. Bak ze gaar en goudbruin in ongeveer 18 minuten.

Voor de knapperige stengels: verdeel een eetlepel van het appelmengsel over alle acht deegplakjes. Het is niet de bedoeling dat de hele deegplak bedekt is; verdeel de appel-suikermix gewoon zo gelijkmatig mogelijk. Snijd elke plak vervolgens in zes repen. Strooi er ook nog wat suiker over. Bak de stengels gaar en goudbruin in ongeveer 14 minuten.

Serveer de gevulde stengels het liefst 
(lauw)warm. De knapperige stengels kunnen ook goed koud gegeten worden. Zet er een schaaltje karamelpasta naast om de stengels in te dippen (recept zie hiernaast). Wanneer de karamel te stevig is, roer er dan wat ongeklopte slagroom door.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer