Saddams soldaten solliciteren naar functie in nieuw leger
Duizenden werkloze oud-officieren uit het ontbonden leger van Saddam Hussein staan vanaf gisteren in de rij bij Amerikaanse wervingsbureaus in de hoop hun oude functie weer op te kunnen pakken.
Om in aanmerking te komen voor een baan in het nieuwe leger moeten de ex-militairen aan strenge voorwaarden voldoen. Ze mogen niet te hoog hebben gestaan in de hiërarchie van Saddams Ba’ath-partij en ze moeten de ideeën van de militaire theoreticus Von Clausewitz kennen.
„Wij waren lid van de Ba’ath-partij op de lagere niveaus. Je moest lid zijn, anders kwam je niet aanmerking voor een baan”, zegt Najeh Ismail, die hoopt zijn rang van luitenant-kolonel terug te krijgen. Hij zegt geen werk meer gehad te hebben sinds het Iraakse leger ongeveer een jaar geleden door de Amerikanen werd ontbonden. „Ze moeten begrijpen dat we verantwoordelijk zijn voor gezinnen. Je moet een manier vinden om je kinderen te onderhouden.”
Ismail is helemaal uit zijn woonplaats Muqdadiyah, op 120 kilometer ten noordoosten van Bagdad, naar de Iraakse hoofdstad gereisd. Samen met honderden anderen vult hij de gangen en de binnenplaats van het Medisch Centrum Salaam, een kliniek die voor de gelegenheid is getransformeerd tot een rekruteringsbureau.
De Amerikaanse bestuurder van Irak, Paul Bremer, kondigde vorige maand aan dat Amerikaanse militairen voormalige officieren uit het leger van Saddam Hussein zouden gaan werven voor het nieuwe Iraakse leger dat de Verenigde Staten proberen op te zetten. Want met al 20.000 soldaten in dienst en plannen om dat aantal uit te breiden tot 35.000 is er een grote behoefte aan officieren in het nieuwe leger. En de enige bron van kwalitatief goede officieren is het ontbonden leger van Saddam.
Vanaf gisteren kunnen alle voormalige kolonels en luitenant-kolonels uit het vorig jaar verslagen Iraakse leger een gooi doen naar het officierschap bij de nieuwe troepen. Het Amerikaanse bestuur in Irak heeft verklaard dat alle sollicitanten worden doorgelicht om officieren die betrokken waren bij wandaden van het verdreven regime uit het leger te weren. Van de 3000 opgekomen oud-officieren worden er uiteindelijk 200 aan het hoofd gesteld van de inmiddels 27 gevormde bataljons.
In het rekruteringsbureau zit de stafchef van het Iraakse leger, luitenant-generaal Daham al-Assal, achter een tafel, waar de sollicitanten een voor een aanschuiven. Al-Assal vraagt ze naar hun oude eenheden en naar hun ervaring. Vervolgens test hij hoeveel ze hebben onthouden van hun opleiding op de militaire academie.
„Wie was Clausewitz?” vraagt hij een van de kandidaten. De man schudt zijn hoofd en zegt dat hij dat niet weet. Al-Assal geeft de man een kort college over de Pruisische militair theoreticus Karl von Clausewitz uit de negentiende eeuw, gevolgd door nog een vraag: „Wat is de volgorde van een aanval?” „Eh… opstelling van troepen… inlichtingen vergaren…”, stamelt de sollicitant. „Nee, daarvoor nog”, zegt de stafchef. „Denk eens even na.” Uiteindelijk geeft hij het op met de sollicitant. „Nou goed, dank je wel, Allah zij met je.” „Het doel omsingelen”, bleek het antwoord dat al-Assal wilde horen.
Een andere kandidaat komt niet door de sollicitatieronde vanwege zijn militaire verleden. Als de man vertelt wat zijn rang in de Ba’ath-partij was, onderbreekt de stafchef hem en zegt dat hij moet vertrekken. Van de honderden Irakezen die verspreid over de kliniek nog wachten op hun sollicitatiegesprek zal een groot deel hetzelfde overkomen.
„Ik wil gewoon mijn land dienen”, zegt Raad Faris al-Nafie, een ex-kolonel uit Balad, die zich in het Zuid-Iraakse Basra bevond toen de Amerikanen Irak in maart vorig jaar binnenvielen. Hij zegt dat het leger zijn carrière was en dat de ontbinding van het leger welwillende soldaten en officieren in opstand heeft gebracht tegen de Amerikanen. „Ik ken mensen in Balad die zich tegen de Amerikanen hebben gekeerd”, zegt al-Nafie, eraan toevoegend dat hijzelf dat niet heeft gedaan. „Ze vonden dat ze niets te verliezen hadden.”
Na een blik door de kliniek vervolgt hij: „Misschien hebben sommigen hier ook wel… Het is makkelijk om de ene dag te zeggen dat je een ”mujaheed” bent, om daar de volgende dag op terug te komen.”
Malik Hussein al-Jabouri vertrekt teleurgesteld uit het rekruteringsbureau. Hij was niet in staat genoeg vragen van al-Assal te beantwoorden. Maar de vader van zeven kinderen heeft hoop dat hij er bij een van de volgende sollicitatierondes wel doorheen komt. „Ik blijf iedere dag komen, tot ze me erin laten”, zegt hij. „Het leger is mijn leven, de plek waar ik hoor.”