Kleine uitslagen op tam Wall Street
De aandelenbeurzen in New York stonden vrijdag halverwege de dag dicht bij de slotstanden van donderdag. Zo tegen het einde van het jaar doen beleggers rustig aan, mede doordat partijen langzaamaan de boeken sluiten. Ook was er weinig richtinggevend nieuws voorhanden, al werden nog wel cijfers bekendgemaakt over het Amerikaanse consumentenvertrouwen en de verkoop van nieuwe woningen.
De Dow-Jonesindex noteerde omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 0,1 procent lager op 19.907 punten. De brede S&P 500 stond nagenoeg vlak op 2260 punten en de technologiebeurs Nasdaq won 0,1 procent tot 5451 punten.
De Dow bereikte dinsdag op een haar na de historische mijlpaal van 20.000 punten, maar gaf in de afgelopen dagen weer heel licht terrein prijs. Ook de andere graadmeters in New York noteren rond de hoogste standen ooit, maar wisten de afgelopen dagen bijna geen nieuwe winst meer te boeken. De Dow heeft dit jaar nu ruim 14 procent gewonnen, terwijl de S&P 500 in 2016 bijna 11 procent vooruit ging.
Opvallend waren de koersverliezen voor toonaangevende retailers als Amazon, Best Buy en Bed Bath & Beyond die tot 2 procent inleverden. In de afgelopen dagen verloren fondsen van winkelbedrijven over een breed front aan beurswaarde. Op de laatste handelsdag voor Kerstmis was het sentiment dus niet veel beter. Veel winkelbedrijven proberen vrijdag met lastminuteaanbiedingen de kerstverkopen verder aan te jagen.
General Motors noteerde vlak, ondanks dat het bedrijf in China een boete van 29 miljoen dollar heeft gekregen vanwege verboden prijsafspraken met dealers.
Deutsche Bank, dat ook in New York een notering heeft, won 0,1 procent. Eerder werd in Frankfurt ook al een kleine plus geboekt. De boete die de bank moet betalen vanwege de verkoop van risicovolle hypotheekbeleggingen in aanloop naar de financiële crisis valt lager uit dan gevreesd.
Het consumentenvertrouwen steeg in december naar het hoogste niveau in ruim elf jaar. Verder bleek de verkoop van nieuwbouwwoningen vorige maand harder te zijn gestegen dan over het algemeen werd verwacht.
De euro werd voor 1,0445 dollar verhandeld, tegen 1,0447 dollar bij het Europese slot. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 0,3 procent tot 52,80 dollar. Brentolie verloor eveneens 0,3 procent tot 54,87 dollar per vat.