Kamer staat stil bij aanslag Berlijn
De Tweede Kamer heeft donderdagmiddag de terreuraanslag van maandagavond op een kerstmarkt in Berlijn herdacht. Behalve een moment van stilte waren er korte toespraken van de voorzitter van de Kamer, Khadija Arib, en van premier Mark Rutte. De Duitse ambassadeur woonde de herdenking bij.
Arib zei dat met de aanslag de „ongedwongen gezelligheid die in Berlijn heerste is weggeslagen”. „Verbijstering, boosheid, angst. Dat zijn de primaire emoties die loskomen bij zo’n laffe, gruwelijke aanslag. Het had overal kunnen gebeuren. Die gedachte brengt het heel dichtbij.”
De Kamervoorzitter benadrukte dat de aanslag bij de Gedächtniskirche lang niet het enige geweldsincident was in de aanloop naar de feestdagen. „Het is nog vier dagen tot kerst, een feest dat gaat over warmte, licht, hoop en saamhorigheid. Maar overal in de wereld is het onrustig en gebeuren er dingen die haaks staan op die kerstgedachten.”
Na de toespraak van Arib nam premier Rutte het woord. „Nederland rouwt met zijn buren. Opnieuw. Dit keer in Berlijn. Het is wrang hoe op de vooravond van Kerstmis het feest van licht en vrede ineens donker werd, en angstig. Met een harde klap die lang zal nadreunen.”
De premier verwees naar een oudere Duitse vrouw, die na de aanslag op de plek des onheils zei zich niet bang te willen laten maken en daarbij de Duitse dichter Wolf Biermann aanhaalde. „Du, lass dich nicht verhärten, in dieser harten Zeit” (Laat je niet verharden, in deze harde tijd), zo citeerde Rutte de vrouw. „En die gedachte onderstreep ik. Gebeurtenissen als deze schreeuwen daarom”, voegde de premier toe.