Overigens herkennen de directeuren de kritiekpunten in het op 5 december uitgebrachte rapport van de Onderwijsraad wel. De raad stelt dat de ondersteuning van kinderen verschillend wordt vormgegeven, waardoor de resultaten lastig in beeld te brengen zijn. Dat vindt de raad bezwaarlijk.

Samenwerkingsverbanden verdelen de gelden op verschillende manieren. Dat leidt tot ongewenste ongelijkheid. Er zijn geen uniforme criteria voor de toekenning van ondersteuningsmiddelen en dat leidt tot discussies tussen ouders en scholen. De raad adviseert een governancecode voor samenwerkingsbesturen, omdat die besturen en/of toezichthouders vaak bestaan uit de aangesloten schoolbesturen.

„We zijn pas twee jaar bezig”, stellen de samenwerkingsverbanden echter. Ze stellen dat ze onderling veel overleggen. „Dit proces is zo ongelooflijk groot en vraagt zo veel aan onderwijsverandering dat het vandaag de dag niet klaar kan zijn.” De overheid moet dus niet te snel ingrijpen. beeld RD