„Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al Zijn lankmoedigheid zou betonen.”

Nauwkeurig moet opgemerkt worden dat een mens wegens de weerspannigheid van zijn ongeloof voor een van de ergste zondaars wordt gehouden, omdat hij een tegenstander is geweest van de leer van het Evangelie. Hij was voor de wereld niet alleen onschuldig, maar ook uitmuntend door voortreffelijke deugden en van de meest lofwaardige levenswandel. Want daaruit is gemakkelijk op te maken welke waarde voor God alle woordenpraal van huichelaars heeft, zolang zij Christus hardnekkig weerstand bieden! „Opdat Jezus in mij als eerste zou betonen”: wanneer hij zegt „als eerste”, zinspeelt hij op dat wat hij kort tevoren had gezegd, dat hij de eerste was onder de zondaren. Daarom betekent het zoveel als ”voornamelijk” of ”bij uitstek”. Het duidt aan dat God terstond vanaf het begin zo’n voorbeeld voor ogen heeft gesteld, dat als vanaf een schitterend en verheven toneel kon worden aanschouwd, opdat niemand zou wantrouwen dat voor hem vergeving bereid is, mits hij door het geloof tot Christus zou komen. Stellig wordt ons aller wantrouwen voorkómen, wanneer wij het beeld van die genade, die wij zoeken, in Paulus zo zien afgedrukt.

Johannes Calvijn,
predikant te Genève

(”Verklaring Timotheüs, Titus en Filemon”)