Soennitische as Saudi-Arabië en Egypte vertoont steeds meer scheuren
Het soennitische bondgenootschap tussen Egypte en Saudi- Arabië begint steeds meer scheuren te vertonen. Intussen vaart Iran wel bij de verwijdering tussen beide Arabische landen.
De Iraanse revolutie die in 1979 in Teheran de ayatollahs aan de macht bracht, schokte het Midden-Oosten. Er vormde zich een zogenoemde soennitische as, die probeerde de Iraanse invloed te beteugelen. Het nieuwe Iraanse regime propageerde immers het exporteren van de sjiitische revolutie naar de Arabische wereld.
De soennitische as werd gedragen door Saudi-Arabië en Egypte, die beide hun eigen gewicht hadden. Egypte was demografisch het belangrijkste Arabische soennitische land en had bovendien het grootste leger. Saudi-Arabië was het rijkste soennitische land. Het land volgde een politiek die weleens is omschreven als de „diplomatie van de portemonnee.” Zo hebben Amerikaanse media bijvoorbeeld onthuld dat het programma van de Amerikaanse CIA om de Syrische oppositie te trainen en te bewapenen voornamelijk door Saudi-Arabië werd gefinancierd.
Het nucleaire akkoord tussen het Westen en Iran van 2015 zorgde voor grote ongerustheid in de soennitische golfstaten, die achter de schermen naar wegen begonnen te zoeken om geheime diplomatieke kanalen met Israël te openen. Ook hierbij bewees de soennitische as zijn waarde omdat Egypte, dat sinds 1978 een vredesakkoord heeft met Israël, deze toenadering kon faciliteren.
Toenemende zorg
Niet alleen in de Arabische wereld, maar ook in Israël worden daarom met toenemende zorg de snel verslechterende relaties tussen Saudi-Arabië en Egypte gevolgd. De Saudisch-Egyptische spanningen hebben de potentie om de soennitische as op te blazen. Daarvan zullen vervolgens Iran en Rusland profiteren.
Op 7 november lieten de Saudische autoriteiten plotseling weten dat ze de olielevering aan Egypte hadden gestopt. Saudi-Arabië was Egypte financieel te hulp geschoten nadat generaal Sisi er in 2013 de macht had gegrepen. Dat Saudi-Arabië de geldkraan heeft dichtgedraaid, komt voor Egypte op een ongelegen moment, gezien de grote economische problemen waar het land mee kampt.
Het bleek al snel dat Egypte vlak voor die 7e november in de Veiligheidsraad een Russische resolutie over Syrië gesteund had. Het bevestigde slechts wat door velen reeds vermoed werd. Egypte was de strijd in eigen land tegen de moslimbroeders en Islamitische Staat steeds meer gaan zien als onderdeel van de oorlog die het Syrische regime tegen het internationale terrorisme voert.
In de daaropvolgende weken verschenen er meldingen dat Egypte militairen en helikopters naar het Syrische Hama zou hebben gestuurd. Caïro haastte zich om dit te ontkennen, maar veel landen, waaronder Saudi-Arabië, waren niet overtuigd. Vooral niet nadat president Sisi tijdens een interview onverbloemd toegaf het Syrische leger te steunen.
Na alle financiële steun werd dit nieuwe Egyptische beleid door Saudi-Arabië gezien als ondankbaarheid van president Sisi. Maar er speelde meer. Het grootste pijnpunt is namelijk de oorlog die een door Saudi-Arabië aangevoerde coalitie in Jemen voert tegen de sjiitische Huthi’s, die door het Saudische koninkrijk worden beschouwd als een Iraanse militie.
Onervaren zoon
De Saudische politiek in Jemen was altijd vooral pragmatisch geweest, maar dat veranderde in januari 2015 na de troonsbestijging van koning Salman. De nieuwe vorst benoemde gelijk zijn jonge –en volgens velen onervaren– zoon Mohammed bin Salman als minister van Defensie. Het was deze Mohammed die verantwoordelijk was voor de oorlog in Jemen die Riyad in maart 2015 begon.
Ook Egypte beloofde militaire steun, maar met weinig enthousiasme omdat Caïro vanaf het begin zijn bedenkingen had. De deelname van Egypte, dat het grootste Arabische leger heeft, was daarom vooral symbolisch. Sisi moest echter in eigen land ook rekening houden met de publieke opinie, die gekant was tegen deze oorlog.
Saudi-Arabië was echter ontstemd door de lauwe Egyptische reactie. Dat deed de relatie tussen beide landen geen goed. Bovendien blijkt de oorlog in Jemen desastreus te verlopen. Na bijna twee jaar strijd zijn de Huthi’s niet alleen onverslagen, maar zelfs sterker dan ooit.
Het Amerikaanse Washington Institute publiceerde onlangs een onthutsende evaluatie van de situatie in het zuiden van Saudi-Arabië. Hier werden als gevolg van door Huthi’s afgeschoten raketten zeker 500 Saudische burgers gedood.
Riyad kampt met financiële tekorten als gevolg van de lage olieprijs, terwijl de oorlogen in Jemen en Syrië uiterst kostbaar zijn. Het land stopte daarom noodgedwongen de financiële steun aan Libanon. Dit verzwakte echter de Libanese soennieten. En dat maakte vorige maand de verkiezing van Michel Aoun tot president van Libanon mogelijk. Aoun was de Iraanse favoriet.
Het stoppen van de olieleveranties aan Egypte zou hetzelfde effect kunnen hebben. Caïro heeft al laten doorschemeren dat Iran, dat intussen vrij is van economische sancties, eventueel het alternatief zou kunnen zijn.