Gedachtegoed
Eerlijk
De benadering van het Palestijns-Israëlische probleem door premier Sharon en president Bush staat haaks op de zogeheten internationale wijsheid, die stelt dat er maar één manier is om een vredesverdrag te bewerkstelligen: Israël eindeloos onder druk zetten en de Palestijnse aanvallen wegredeneren. In plaats daarvan koersen Bush en Sharon aan op praktische doelen ten gunste van beide partijen, ondanks internationale druk.
De eerste juiste actie die Israël en Washington ondernamen, was dat ze de logische conclusie trokken uit Yasser Arafats afwijzing van het Camp David-vredesaanbod uit 2000. Arafat ging niet in op een voorstel dat 97 procent van de Westbank aan de Palestijnen zou geven en dat hun een deel van het gezag over Jeruzalem verschafte. President Clinton had Ehud Barak zwaar onder druk gezet om steeds meer concessies te doen. De conclusie die de rest van de wereld lijkt ontgaan te zijn, was dat het Palestijnse leiderschap niet in staat of bereid was om vrede te sluiten.
Verblinding
Vrijwel alleen de regering-Bush reageerde hier op een juiste manier op. Ze respecteerde dat Israëlische kiezers zich in februari 2001 afkeerden van Ehud Barak en naar Ariel Sharon gingen. Niet Israël moest meer doen, maar de Palestijnen moesten tonen wat ze werkelijk wilden. Als Palestijnse leiders niet geloofden dat meer terroristisch geweld Israël er uiteindelijk toe zou dwingen nog grotere concessies te doen, dan hadden zij de plicht om dat te laten zien. De meeste landen wilden dat Bush Sharon onmiddellijk onder druk zou zetten om de Palestijnen gunstiger vredesvoorwaarden aan te bieden. De enige verklaring voor dit verlangen is ideologische verblinding. Waarom zou Bush nog meer druk op Sharon proberen uit te oefenen dan Clinton op Barak had gedaan om nog iets meer concessies van de kant van Israël te krijgen, zonder dat er enig vertrouwen bestond dat de Palestijnen een ’beter’ aanbod zouden accepteren?
De tweede juiste stap die Bush nam, was dat hij Arafat waarschuwde dat hij de zelfmoordaanslagen moest veroordelen en vastberaden stappen moest ondernemen om ze te stoppen, en dat hij anders de Amerikaanse steun zou verliezen. Als ergens elders in de wereld één partij in een conflict iedere poging blijft bederven om een constructieve oplossing te bereiken, dan zou de internationale gemeenschap die partij zeker onder druk te zetten. De Palestijnen blijken echter een uitzondering te vormen. Tegenover Europese delegaties uitte Arafat zijn afschuw over zelfmoordaanslagen, maar in het Arabisch en in de praktijk steunde hij Palestijnse terroristische groeperingen.
Controversiële stap
Nadat hij een jaar lang geprobeerd had om Arafat duidelijk te maken dat het diens taak was om goede wil te tonen, nam Bush de derde juiste stap. In juni 2002 vroeg hij om nieuw Palestijns leiderschap. De enige reden dat de wereld Bush’ voorstel niet automatisch veroordeelde, was vermoedelijk dat hij zijn critici verbaasde door een Palestijnse staat voor te stellen. Dit idee bracht de Europese Unie en anderen terug om de tafel en dwong Arafat om Mahmoud Abbas aan te stellen, een gematigde premier. Bush routekaart was niet retorisch. Tijdens de bijeenkomst in het Jordaanse Aqaba in juni toonde hij bereidheid om in hoog tempo met Abbas en Sharon een driejarige overeenkomst uit te werken, die zou uitlopen op een Palestijnse staat.
Terwijl Israëlische verdedigingstroepen werden ontmanteld, zoals dat in Aqaba was afgesproken, doodden massale zelfmoordaanslagen tientallen Israëli’s. Westerse verslaggevers schrijven vaak over een „spiraal van geweld” tussen de Palestijnen en Israël, maar deze gebeurtenis toont hoe misleidend de term ”spiraal” in werkelijkheid is: Israëlische goodwill gevolgd door meer aanvallen. Wat een spiraal! Abbas schikte zich en de routekaart leek vernietigd, maar Bush heeft zijn doel niet opgegeven.
Toen zetten Bush en Sharon de volgende controversiële stap. Als Palestijnse leiders geen ander antwoord hadden op alle Amerikaanse en Israëlische voorstellen (meer zelfmoordaanslagen) en zo niets goeds voor het Palestijnse volk konden doen, dan zou Bush geen veroordeling uitspreken over unilaterale stappen van de kant van Israël om hun eigen burgers te beschermen, inclusief de bouw van het nieuwe veiligheidshek.
De kleinigheid waar iedereen over viel, was Sharons beslissing om al de Israëlische nederzettingen in de Gazastrook te ontmantelen en sommige op de Westbank. Tientallen jaren lang had de wereld erom gevraagd dat Israël zich terugtrok, maar nu Sharon het zelf deed en Bus het „dapper en moedig” noemde, werd het breed veroordeeld.
Eerlijke oplossing
Hoewel de wereld een afkeer heeft van beide mannen, hebben Sharon en Bush wezenlijke stappen genomen in de richting van een eerlijke oplossing. Israël stemt nu in met een gescheiden Palestijnse staat en Bush stemt ermee in dat Israël een klein deel van de Westbank behoudt voor zijn eigen veiligheid. Dit zijn realistische en pragmatische stappen. Als de internationale gemeenschap haar hypocrisie zou willen afleggen en de Palestijnen in beweging zou zetten, dan kunnen ze zowel land als onafhankelijkheid krijgen.
Prof. dr. A. A. Moens, hoogleraar internationale betrekkingen aan de Simon Fraser University bij Vancouver, Canada