Dat betoogde D66-Kamerlid Verhoeven woensdagmorgen tijdens het Kamerdebat over de Europese top.

Zijn SP-collega Van Dijk daarentegen vindt dat het kabinet tijdens die bijeenkomst van Europese regeringsleiders geen enkele poging moet ondernemen om tegemoet te komen aan het nee van de bevolking bij het referendum in april over het verdrag: „Nee is nee. Het verdrag is verworpen.”

ChristenUnieleider Segers zei dat de nee-stem van de bevolking bij het referendum deel uitmaakt „van het groeiende ongemak over de EU.” Het kabinet voedt die onvrede volgens hem ook nu nog door te zoeken naar een oplossing om het afgewezen verdrag tóch te kunnen ratificeren.

De CU heeft eerder gezegd daartoe geen mogelijkheden te zien, memoreerde Segers. „Maar we zullen zien waarmee het kabinet terugkomt uit Brussel.”

De uitkomst van de EU-top op dit punt is nog ongewis, schreef minister Koenders (Buitenlandse Zaken) dinsdag aan de Kamer. Een besluit van de EU-regeringsleiders over wat te doen met het Nederlandse nee tegen het Oekraïneverdrag, is er nog niet. De besprekingen daarover „zijn nog volop gaande.”

Nederland stuurt aan op een verklaring bij het verdrag, vastgelegd in een juridisch bindend besluit van de Europese regeringsleiders. Daarin komt onder meer te staan dat het verdrag geen opstapje is naar een EU-lidmaatschap van Oekraïne, dat de EU-lidstaten zich niet verplichten tot militaire samenwerking met dat land en dat Oekraïense werknemers geen vrije toegang krijgen tot de Europese arbeidsmarkt. Daarnaast zou corruptiebestrijding in Oekraïne meer aandacht moeten krijgen.