Windpark Borssele weer goedkoper dan geraamd
De bouw van het tweede grote windpark voor de kust van Zeeland valt net als het eerste goedkoper uit dan verwacht. Voor het tweede windpark Borssele zal de komende jaren 300 miljoen euro subsidie nodig zijn, waar oorspronkelijk 5 miljard euro was geraamd. Dat maakte minister Henk Kamp (Economische Zaken) maandag bekend.
Een consortium van voornamelijk Nederlandse bedrijven deed het winnende bod: Shell, Van Oord, Eneco en Mitsubishi-dochter DGE. De overheid zal slechts 5,45 cent subsidie per kilowattuur verstrekken, een nieuw record.
De opdracht voor het eerste windpark werd eerder dit jaar binnengesleept door Dong Energy met een prijs van 7,27 cent per kWh. Dat was toen ook al een record.
In totaal moeten er op termijn vijf windparken op zee verrijzen, die elk 700 megawatt zullen opwekken. Daarmee kunnen in totaal vijf miljoen huishoudens van elektriciteit worden voorzien. Alle vijf parken moeten in 2023 in bedrijf zijn.
Volgens Kamp is het een kwestie van tijd tot windenergie op prijs kan concurreren met fossiele brandstoffen. „Als de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs doorzet zoals verwacht, hebben we 7,5 jaar na aanleg helemaal geen subsidie meer nodig voor stroomopwekking door wind op zee.”
Marjan van Loon, president-directeur Shell Nederland, is blij dat het consortium met Shell dit windpark mag gaan bouwen en exploiteren. We zijn druk bezig met de uitdagingen en kansen van de energietransitie, zegt zij. „In Nederland willen we echt versnellen. Klimaatverandering is een mondiale uitdaging, maar de uitwerking van de energietransitie zal in elk land anders zijn. In Nederland liggen de kansen bij windenergie.”
De milieugroepringen Natuur en Milieu en Greenpeace zijn opgetogen dat de kosten van windmolens op zee alleen maar dalen. Natuur en Milieu noemt het een „enorme boost voor Nederland als koploper in windenergie”. Windenergie is nu voor het eerst goedkoper dan bijvoorbeeld energie uit vervuilende kolen, constateert de organisatie.