Donald Trump moet inbinden als het gaat om de kwestie Taiwan
In deze rubriek reflecteren buitenlandredacteuren van het RD wekelijks op actuele gebeurtenissen in het nieuws. Vandaag: China en Taiwan zijn specialisten op de evenwichtsbalk. Nu Trump nog.
Het zou een leuke quizvraag zijn: in welke landen wordt het woordje ”zogenaamd” het vaakst gebruikt? Het antwoord is: in China en Taiwan. Pardon, in de zogenáámde Volksrepubliek China en in die andere zogenaamde Republiek China (ROC).
Omdat de twee landen het niet eens zijn over wie nu het echte China belichaamt –Taiwan beweert dat en Peking doet dat evenzo– zijn de twee in de formule ”ongedeeld China” het eens dat ze het oneens zijn. Een modus vivendi dus tussen twee gezworen vijanden, waardoor ze toch in elkaars buurt kunnen verkeren, economische relaties aangaan, toeristen uitwisselen en vooral: de vele honderden opgestelde raketten aan weerszijden zwijgzaam houden.
Maar het eilandstaatje Taiwan is toch geen partij voor het reusachtige China? Dat klopt en daarom is er al sinds jaar en dag een militair bondgenootschap met de Verenigde Staten dat die dwerg aan de oostkust van China de proporties van een wereldmacht geeft, omdat Amerika instaat voor die zogenaamde onafhankelijkheid (lees: het niet gewelddadig opgeslokt worden door de grote Chinese buurman).
Woordgebruik dat riekt naar pogingen om dit tamelijk absurde, maar o zo werkbare evenwicht te verstoren, is taboe. Aan weerszijden van de Straat van Taiwan, maar ook in landen die graag zaken blijven doen met zowel China als Taiwan. James Palmer schreef er begin deze week over in Foreign Policy. In de tijd dat hij in Peking werkte voor de Engelstalige staatsmedia was het op eieren lopen qua woordgebruik zodra Taiwan aan de orde was. „Vasteland China” was verboden, want dat moest „het Chinese vasteland” zijn. Verder ging het om het Taiwanese vraagstuk” (”question”) in plaats van de ”Taiwanese zaak” (”issue”). Dat Taiwan een „president” had was natuurlijk helemaal onbestaanbaar. Ze hadden daar een „leider.”
Nogmaals, een uitermate bizarre vertoning, maar wel bloedserieus. Of, om het met de titel van Palmers artikel te zeggen: „China really is not joking about Taiwan” (het is China grote ernst als het over Taiwan gaat). Het is om die reden ook niet in Taiwans belang om deze door en door getrainde oefening op de diplomatieke evenwichtsbalk te verstoren.
Daar denken ze momenteel in Amerika anders over. Daar loopt Donald Trump zich warm om president te worden en hij had het onlangs over de „president van Taiwan”; belde zelfs met haar (Tsai Ing Wen is een vrouw).
Ondernemer Shaun Rein sprak op CNN over „Donald Trumps briljante zet rond Taiwan” die Azië veiliger zal maken. Met de inzet van de kwestie Taiwan kan de nieuwe president tal van problemen met China oplossen, meent hij. Peking zal de zaak heus niet militair laten escaleren. Rein vergist zich.