Herinneren en beleven in kampen botst
Westerbork, Vught en Amersfoort veranderen meer in toeristische trekpleisters, nu steeds minder bezoekers van deze kampen levende herinneringen hebben aan de Tweede Wereldoorlog. En dat levert dilemma’s op, stelt Iris van Ooijen, die donderdag promoveerde aan de VU in Amsterdam.
Dit gaat te ver, vonden sommigen, toen Bergen-Belsen een app lanceerde die bezoekers laat zien waar vroeger de barakken stonden. De gebouwen in het voormalige concentratiekamp zijn grotendeels afgebroken, maar dankzij een 3D-reconstructie zichtbaar op iPad.
De vormgeving van herinneringsplekken aan de Tweede Wereldoorlog levert dilemma’s op, stelt Van Ooijen. „Het is een toeristische bestemming, een museale plek én een symbolische begraafplaats voor kampoverlevenden en hun nabestaanden.” Volgens haar botsen deze functies voortdurend. Zo kan het gebruik van virtual reality door musea voor oud-kampgevangenen en hun nabestaanden voelen als „ontheiliging van zo’n plek.”
Van Ooijen onderzocht wat het wegvallen van een generatie getuigen betekent voor de herinneringsplekken in Westerbork, Vught en Amersfoort. „Jongeren vragen om meer verbeelding en willen gebeurtenissen van vroeger concreet terugzien. Kampoverlevenden en nabestaanden willen juist herinneren en herdenken.”
Vandaar dat in 2015 kritiek klonk op de terugplaatsing van veewagons in voormalig Kamp Westerbork. En dat er discussie was over de villa waar tijdens de oorlogsjaren de kampcommandant woonde.
Ook hebben overlevenden en nabestaanden er soms moeite mee dat de kampen iets laten zien van de periode na de oorlog, waarin van collaboratie verdachte Nederlanders daar vastzaten. „Zij willen dat de kampen een herinnering en eerbetoon aan de slachtoffers zijn”, legt de promovenda uit.
Angst voor verheerlijking is volgens haar vaak groter dan de werkelijkheid. „Een volgende generatie, die minder belast is door het verleden, kan leren van de geschiedenis door zich te verdiepen in het collaboratieverleden.”
Jongere generaties hebben behoefte aan een meer concrete verbeelding van het verleden, zegt Van Ooijen. „Als de villa van de kampcommandant in Westerbork afgebroken zou worden, zou je een volgende generatie de kans ontnemen iets te leren van de geschiedenis.”