„Kerk van de toekomst moet pleisterplaats zijn”
De kerk van de toekomst moet een pleisterplaats zijn, een plek waar mensen op adem kunnen komen.
Dat is de samenvatting van het boek ”Kerk van de toekomst”, dat woensdagavond in Bergeijk werd gepresenteerd. De bundel verschijnt naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van oecumenische gemeenschap De Hooge Berkt. Deze christelijke leefgemeenschap met zo’n honderd leden richt zich sterk op gastvrijheid.
In het boek delen dertien kerkelijke leiders, theologen en opiniemakers hun visie op de kerk in de toekomst. Auteurs zijn onder anderen dr. A. J. Plaisier, voormalig scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, drs. K. van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, prof. dr. E. P. N. M. Borgman, hoogleraar theologie aan Tilburg University, de oudkatholieke aartsbisschop dr. J. A. O. L. Vercammen en de liberaaljoodse rabbijn T. Benima. De bisschop van Den Bosch, G. de Korte, nam woensdag het eerste exemplaar in ontvangst.
De Hooge Berkt wilde bij haar jubileum niet alleen terugblikken, maar ook vooruitblikken, verklaart Annet van Straaten van de oecumenische gemeenschap in de uitgave. „De bisschop van de Oudkatholieke Kerk noemde onze gemeenschap ooit een laboratorium van de kerk van de toekomst. We zijn veelkleurig, flexibel en dienstbaar. Wij geven ons geloof handen en voeten in het leven van alledag. In de bundel laten we anderen aan het woord over hun beeld bij de kerk van de toekomst. In de hoop elkaar te kunnen inspireren en van elkaar te leren.”
De inzendingen zijn divers, maar de rode lijn in alle bijdragen is dat de kerk van de toekomst opener en ruimer zal zijn, zegt redacteur en voorzitter van De Hooge Berkt Jan Renkema. „In bijna alle inzendingen benadrukken de auteurs dat de kerk niet alleen op zondag een functie moet hebben, maar ook doordeweeks een pleisterplaats moet zijn voor mensen die daar behoefte aan hebben. Dit kan door bijvoorbeeld cursussen aan te bieden of een retraite te verzorgen. Liturgie behoef je niet altijd te vieren kerkgebouw, maar kan ook in een garagebox in de Bijlmer of in een oud huis.”
Renkema hoopt dat mensen door het lezen van het boek hun eigen goden durven benoemen, zoals macht, roem en hebzucht, en kiezen voor de ene God. „Die God mag in veelkleurigheid worden gediend. Door gastvrij te zijn geven we vorm aan idealen van barmhartigheid en solidariteit.”