Hollandse meesters terug in Haarlem
Met ruim tachtig werken van zeventiende-eeuwse Hollandse meesters, afkomstig uit het Szépmüveszeti Múzeum in Boedapest, toont het Frans Hals Museum de glorie van de Gouden Eeuw.
De verbouwing van het Hongaarse Szépmüveszeti Múzeum, dat museum voor schone kunsten betekent, biedt het Frans Hals Museum in Haarlem de gelegenheid om topstukken van Hollandse en Vlaamse meesters tentoon te stellen. „Het is een ”thuiskomst”; de werken zijn weer terug op hun geboortegrond. Hier komen de schilderijen oorspronkelijk vandaan.”
Museumdirecteur Ann Demeester is enthousiast over de 57 schilderijen en de 27 tekeningen van Hollandse en Vlaamse bodem die nu bij uitzondering in Nederland te zien zijn. De tentoonstelling Hollandse meesters uit Boedapest presenteert de Haarlemse kunstenaars Frans Hals, Jacob van Ruisdael, Willem Buytewech en Pieter Saenredam naast Hollandse en Vlaamse schilders als Jan Lievens, Anthony van Dyck en Hendrick Averkamp. De tentoonstelling in het zeventiende-eeuwse renaissancegebouw is thematisch ingedeeld. Per zaal zijn de thema’s gerangschikt: portretten, genrestukken, stillevens, landschappen, historiestukken en tekeningen.
Haarlemse meester
Bij binnenkomst in het voormalig Oude Mannenhuis, loop je meteen tegen twee toppers van Frans Hals aan. Het virtuoze penseel van de Haarlemse meester springt eruit vergeleken bij de andere portretten in de zaal. De twee mannen zonder naam, geschilderd in 1634 en 1654, zijn door Frans Hals tot leven gewekt. Levenslust, lichte spot en arrogantie stralen uit hun blikken. Deze mannen kom je in het dagelijks leven nog steeds tegen. Ze hebben even geposeerd maar moeten vooral door met hun zaken. Ze stappen zo het schilderij uit, de huidige tijd in. Dóór met de business.
De hand van de meester is duidelijk herkenbaar. De losse toets en de grove penseelstreken waren revolutionair in de zeventiende eeuw. Veel schilders trokken in de Gouden Eeuw naar Haarlem, het centrum van vernieuwende schilderkunst. Daardoor werd het nodig dat de schilders zich specialiseerden in hun vakmanschap om zich te kunnen onderscheiden van de concurrentie. In de werken van de Hollandse meesters uit Boedapest is dat duidelijk te zien. De nadruk ligt op schildervaardigheden, zoals het weergeven van glans en reflectie bij glas en kralen en bij stofuitdrukking van luxe kleding zoals een satijnen jurk of een transparante sluier.
Esterházy
Joseph Fischer, conservator van de rijke Hongaarse familie Esterházy, was een liefhebber van dit soort pronkstukken uit de gouden eeuw en verzamelde in de achttiende eeuw de Hollandse meesters voor de familiecollectie van de adellijke grootgrondbezitters. In 1870 kocht de Hongaarse regering de collectie op van de familie Esterházy. Dit leidde in 1906 tot de oprichting van het Szépmüveszeti Múzeum in Boedapest.
De collectie geeft naast de formele stukken een inkijkje in het dagelijks leven in de zeventiende eeuw. Het leven in en om de herbergen, de dorpsgezichten, de landschappen, de zeegezichten en panorama’s. De vrolijke gezelschappen en boerentaferelen. Opvallend: de bleke huid van de mensen, meestal met een blos op de wangen vanwege de kou. Johannes Vermeer van Haarlem gunt de toeschouwer met zijn ”Gezicht op Haarlem” vanaf de duinen in Overveen een blik op het Hollandse zeventiende-eeuwse landschap. Het schilderij toont de stad vanuit zuidwestelijke richting. Onder een Hollandse hemel steekt de Sint-Bavokerk boven de bomen uit. De stadsdaken vangen het bleke zonlicht. De lichtval en de lucht zijn 350 jaar later nog steeds hetzelfde. De zandpaden nodigen de toeschouwer uit het schilderij in te lopen, op wandeltocht naar schildersstad Haarlem.
Topstukken
”Bevroren rivier met schaatsers” is een prachtig kleinood van de doofstomme Hendrick Averkamp, schilder van wintertaferelen en pretentieloze ijspret. In diezelfde hal hangt een meesterwerk van de Vlaming Peter Paul Rubens. ”Studie van mannenhoofd” is van een uitzonderlijk niveau. Datzelfde geldt voor ”Meisjesportret” van de Leidenaar Jan Lievens. Gevangen in ‘hemels’ licht, kijkt een meisje devoot omhoog. Het is een portretstudie van de buitencatagorie. De genrestukken van de Hongaarse collectie bestaan vaak uit taferelen met een boodschap, didactisch of humoristisch. Twee werken van Jan Steen vallen op: ”Het bordeel” en ”De Kattenfamilie”. Bij de eerstgenoemde is de stofuitdrukking fenomenaal, bij het vrolijke gezelschap met de katten heeft Steen een boodschap ingesloten: ”Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen”. De tekeningen in de laatste zaal zijn een lichtvoetige toegift op de zwaargewichten uit de voorgaande zalen. Ze tonen in losse stijl het vakmanschap en het creatieve proces van de kunstenaars. Voor de liefhebbers van klassieke kunst is de collectie uit Boedapest die nu in Haarlem te zien is, een buitenkans om te genieten van topstukken uit de Gouden Eeuw.
”Hollandse meesters uit Boedapest. Topstukken uit het Szépmüveszeti Múzeum” is tot en met 12 februari 2017 te zien in het Frans Hals Museum in Haarlem.