„Vorming Gereformeerde Theologische Universiteit is geestelijke zaak”
Het is belangrijk dat de komst van de Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU) tot geestelijke verdieping en vernieuwing leidt. „Een plek van genade, waar we met elkaar leren delen en uitdelen.”
Over dat aspect is bij de vorming van de GTU nog veel te weinig gesproken, zei prof. dr. R. Kuiper dinsdagmiddag tijdens de 162e dies (verjaardag) van de Theologische Universiteit Kampen (TUK) van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). „Laten we ontdekken hoe breed en diep en hoog de gereformeerde geloofsovertuiging is en wat God ons daarin gegeven heeft”, aldus de rector. „Daarvoor zal plaats zijn op de GTU.”
De beoogde partners van de GTU zijn, behalve de TUK, de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding en –bestuurlijk op persoonlijke titel– de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. De nieuwe universiteit gaat in 2018 in Utrecht van start als de synodes van de GKV en de CGK en de landelijke vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken komend voorjaar groen licht geven.
Als dat laatste het geval is, wordt volgens prof. Kuiper de vraag actueel hoe lang en in welke vorm de universiteit in Kampen nog zal bestaan. „Er zullen wat jaren met de verhuizing gemoeid zijn, ook omdat studenten die hier instromen ook hier hun studie kunnen afmaken. Niettemin voorziet het plan in de start van de nieuwe bachelor in september 2018 in Utrecht, de oude bisschopsstad. Er is ons al voorgehouden een monastieke omgeving op te zoeken, zij het niet te dicht onder de Dom. Maar Groenekan zal het ook niet worden en de waarheid zal wel ergens in het midden uitkomen als er iets moois gevonden is.”
Concentratie
De TUA en de TUK, met samen ongeveer 250 studenten, kunnen het zich niet permitteren naast elkaar te blijven bestaan, aldus prof. Kuiper. „Gereformeerden hebben het soms moeilijk elkaar de hand te reiken, zelfs met eenzelfde confessie in de hand. Maar het moet wel en ik weet zeker dat de komst van de GTU voor velen tot grote vreugde zal zijn en een teken van hoop in onze tijd.”
De tijd is rijp voor concentratie, benadrukte prof. Kuiper. „Ook op academisch terrein zijn christenen bezig elkaar op te zoeken om hun krachten te bundelen. Wij worden reeds nu benaderd door partijen die zich afvragen of zij bij ons een leerstoel kunnen vestigen. De komst van de GTU werpt schaduwen vooruit en biedt nieuwe kansen. Het is onmiskenbaar dat een rijkere academische omgeving ook goed is voor de beoefening van de theologie en voor de opleiding van predikanten.”
De unieke positie als levensbeschouwelijke universiteit brengt volgens de rector een eigen verantwoordelijkheid met zich mee. „We kunnen ons niet in een isolement terugtrekken en vergeten dat er tal van christen-studenten en christen-academici zijn die in de storm van de secularisatie staan. Meer dan ooit doet zich de vraag voor naar de verbinding met anderen, de aard en kwaliteit van academische samenwerking, de mogelijkheid zoveel mogelijk studenten te bedienen, nieuwe activiteiten toe te voegen aan reeds bestaande en betrokken te kunnen zijn bij vorming en toerusting van christenen in deze samenleving.”
Instroom te laag
De TUK telt dit jaar 145 studenten, vier meer dan vorig jaar. Daarvan volgen er 46 de bachelor, 30 de predikantsmaster en 52 de algemene master. Vooral de Engelstalige master groeit. Dit jaar stroomden daar twaalf nieuwe studenten in. „De globalisering heeft de TUK definitief bereikt.”
Zorgen zijn er over het aantal studenten dat aan een bachelor begint. „De instroom in de bachelor is eigenlijk te laag en daarmee ook de doorstroom naar de predikantsmaster. Wel neemt het aantal zij-instromers toe. Maar het is duidelijk dat er een impuls nodig is om de opleiding, zoals wij die aanbieden, verder te laten groeien.”
Onderwijswetgeving
Prof. dr. G. Harinck, hoogleraar geschiedenis van het neocalvinisme aan de VU, hield een lezing over de geschiedenis van de TUK. Daarin vertelde hij dat de theologische universiteit „niet alleen nu in de steigers staat, maar dat er gedurig aan haar verbouwing en uitbouw is gewerkt. De overeenkomsten tussen toen en nu zijn soms zelfs treffend.”
De invloed van belangrijke omgevingsfactoren als onderwijswetgeving moet daarbij niet onderschat worden, zei Harinck. „De kerken kunnen fusies wensen en er toe manen, maar het is de overheid die de macht heeft deze te bewerkstelligen. De tijd dat het verband tussen opleiding en kerk een onderonsje was, hebben in de vorige eeuw de afgescheidenen en een eeuw later de christelijk-gereformeerden, de vrijgemaakten en de Nederlands-gereformeerden achter zich moeten laten.” Dat is niet alleen maar verlies, betoogde Harinck. „Als we zeggen dat de overheid er is ons ten goede, dan geldt dat ook het stuk van het theologisch onderwijs.”