IJzeren scepter
Psalm 2:9
„Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter, Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat.”
De heidenen zult u regeren met een ijzeren scepter. Want daarmee zal God en henzelf en hun overwegingen verbreken en als het vat van een pottenbakker verbrijzelen. Zo wordt dit hier bedoeld. God noemt het Romeinse Rijk, dat onmiddellijk na de komst van onze Verlosser tevoorschijn is gekomen, een ijzeren scepter (Daniël 2:40-41). Want toen –direct daarna– vele en verschillende heerschappijen van vorsten verdwenen en de regerende macht van velen in allerlei gebieden opgeheven is, verkreeg Hij het Romeinse Rijk als een geheel. Dit rijk wordt in de profetie van Daniël van de aanduiding „van ijzer” voorzien, want daar wordt over een standbeeld gesproken waarvan de onderbenen en de voeten van ijzer zijn. Daniël geeft hiervan een verklaring met de volgende woorden: „Het vierde koninkrijk zal sterk zijn als het ijzer, want het ijzer zal alles vermalen en verzwakken.” Bezie nu met mij, als u wilt, nog eens nauwkeurig het visioen van de profeet: „En zie, het vierde dier was verschrikkelijk, zijn tanden waren van ijzer, het at en het verbrijzelde en vertrad het overige met zijn voeten” (Daniël 7:7). Zo zegt dit visioen. Wij geloven dus dat dit koninkrijk met deze tekst uit Psalm 2 wordt aangeduid: Gij zult hen hoeden met een ijzeren scepter, Gij zult hen verbrijzelen als de vazen van een pottenbakker.
Eusebius van Caesarea, bisschop van Caesarea
(”Commentaar op Psalm 2”)