Jongeren herkennen wantrouwen Terlouw
Oud-D66-politicus Terlouw raakte woensdagavond met zijn toespraak in het tv-programma De Wereld Draait Door een gevoelige snaar. Hij kreeg veel bijval op sociale en reguliere media. Hoe reageert de jeugd –of zoals Terlouw zei: „de toekomst”– hierop?
Terlouw vergeleek in zijn rechtstreekse tv-toespraak van zeven minuten de huidige maatschappij met de maatschappij van vroeger. Hij benadrukte vooral het wantrouwen dat de afgelopen decennia is gegroeid; wantrouwen tegenover politiek en de medemens. Symbool daarvoor was het verdwenen „touwtje uit de brievenbus.” Ook moet de samenleving meer aandacht besteden aan klimaatverandering, zei hij.
Het wantrouwen dat Terlouw noemt, komt vooral voort uit onbegrip, zegt Marieke Creemers van de Youth Food Movement (Jeugdvoedselbeweging) tegenover de NOS. „Politiek, regeringsbeslissingen, de huidige problemen: ze zijn heel complex en moeilijk te doorgronden, wat voor diploma je ook hebt. Sommige politici spelen daarop in door de problemen en de oplossingen simpel en positief voor te stellen. Dat zijn ze niet. Luisteren naar mensen is ook eerlijk zijn: eerlijk over het feit dat het ingewikkeld is.”
„Het is mooi om te zien dat een oudere generatie zich bekommert om de jeugd”, zegt Hanna Lubbers, voorzitter van Studenten voor Morgen. „Ik hoop dat door Terlouw meer studenten worden geprikkeld om iets te doen. Om de wereld te veranderen.”
Het wantrouwen waarover Terlouw het had, herkent Lubbers. „Politici moeten laten zien dat ze zich bekommeren om ons. Als ze dat niet doen, dan krijgen wij ook geen vertrouwen in hen.”
Daarnaast moeten jongeren de straat op en zelf iets gaan veranderen, vindt Lubbers. „We moeten meer dan alleen een pagina liken op Facebook. De studenten moeten zich verenigen en anderen bewust maken.”
De jongeren zijn inderdaad de toekomst, zeggen Martijn Visser en Max van Deursen, jongerenvertegenwoordigers duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties. „Terlouw heeft gelijk dat de keuzes die nu gemaakt worden impact hebben op jonge en toekomstige generaties. Juist daarom zou de jeugd niet meer als alleen de toekomst moeten worden gezien, maar ook als gelijkwaardige beslissingsmaker. De jeugd is nu.”
Jeugd kan veel verandering teweegbrengen, zeggen ze. „Jongeren hebben een enorm belangrijke rol in tijden van verandering. Jongeren zijn veel flexibeler.”
Andere uitkomst
Volgens Visser en Van Deursen had de jeugd ook voor een andere uitkomst gezorgd bij het Britse referendum over een brexit en de Amerikaanse presidentsverkiezingen. „Ze zijn veel meer internationaal verbonden en hebben daardoor ook minder wantrouwen tegenover elkaar. Dus jongeren zien het belang al veel meer in van een duurzame transitie voor de hele wereld.”
We leven in een risicomijdende maatschappij, zegt Creemers daarover. „Wet- en regelgevinggericht op degenen die in de fout gaan, belemmert vaak degenen met goede bedoelingen. De sloten op onze deuren sluiten criminelen buiten, maar ook degenen die je beter willen leren kennen. We zien elkaar als concurrenten: in de politiek, in de zakenwereld, persoonlijk. Dat maakt het heel moeilijk om je samen in te spannen voor een gemeenschappelijk doel.”
Toch zijn er ook genoeg initiatieven die ervoor zorgen dat het wantrouwen langzaam afneemt. „Bijvoorbeeld bij de Youth Food Movement zien we ontzettend veel mensen die het anders doen: die samen, soms in ongewone combinaties, de uitdaging aangaan om het anders aan te pakken. Dat resulteert in evenementen, zoals vluchtelingendiners, maar ook in volledig nieuwe bedrijfsmodellen voor jonge boeren.”
De barricades op
Maar alleen de hulp van de initiatieven is niet genoeg, zegt Creemers. Verandering begint bij jezelf. „De problemen die Terlouw noemt, zijn heel urgent: klimaatverandering, plasticsoep, verlies aan biodiversiteit. Deze problemen gaan niet alleen om het milieu, maar ook om rechtvaardigheid. Onze keuzes hebben een prijs voor anderen. Of je het nu wilt of niet, elke dag bepaal je met je keuzes en gedrag hoe de wereld eruit gaat zien. Je bent sowieso betrokken.”
Daarom moet je jezelf een aantal vragen stellen, gaat Creemers verder. „Hoe wil ik dat de wereld eruitziet? En, de volgende vraag: Hoe draag ik hier actief aan bij? De een haalt zijn boodschappen bij een lokale boer, de ander kiest een andere baan, een derde gaat de barricaden op. Begin, wat je stap ook is.”