Ambassadeurs uit Cuba teruggeroepen
Mexico en Peru hebben zondag hun ambassadeurs uit Cuba teruggeroepen. De Latijns-Amerikaanse landen reageerden daarmee op felle kritiek die de Cubaanse leider Fidel Castro zaterdag over hen uitte.
Het Mexicaanse ministerie van Buitenlandse Zaken maakte daarnaast bekend dat de Cubaanse ambassadeur Mexico binnen 48 uur moet verlaten.
Castro nam op de Dag van de Arbeid landen uit de regio op de korrel die in april, tijdens een vergadering van de VN-mensenrechtencommissie, kritiek op mensenrechtenschendingen in Cuba steunden. De leider zei dat Mexico door de kritiek zijn aanzien in de regio en in de wereld heeft geruïneerd.
Ook de Peruaanse president Alejandro Toledo kreeg een sneer. De regeringsleider, die op een dieptepunt in de peilingen staat, is volgens Castro een leider zonder macht.
Het Peruaanse ministerie van Buitenlandse Zaken sprak gisteravond van „aanvallende” opmerkingen die „onvermijdelijk consequenties zullen hebben voor bilaterale relaties.”
Ook Mexico reageerde furieus. Het land „tolereert onder geen enkele omstandigheid dat een buitenlandse overheid probeert onze beslissingen op buitenlandse of binnenlandse politiek te beïnvloeden”, aldus de Mexicaanse minister van Binnenlandse Zaken, Santiago Creel.
Daarnaast zouden volgens de bewindsman twee Cubaanse overheidsfunctionarissen en een diplomaat in Mexico „activiteiten hebben uitgevoerd die onverenigbaar zijn met hun status.” Deze term is een veelgebruikt eufemisme voor spionage.
Mexico en Cuba waren jarenlang trouwe bondgenoten. Die goede verhouding is sinds het aantreden van de Mexicaanse president Vicente Fox, drie jaar geleden, drastisch verslechterd. Mexico levert steeds meer kritiek op mensenrechtenschendingen door het Cubaanse regime. De regering in Havana verwijt Fox dat hij zich ondergeschikt maakt aan Amerikaanse belangen.