„Rebellen verder teruggedrongen in Aleppo”
Syrische regeringstroepen hebben in het oosten van Aleppo een groot deel van het gebied ingenomen dat voorheen in handen was van de rebellen. De opstandelingen hebben volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten inmiddels 60 procent van hun voormalige territorium verloren in de stad.
Het leger veroverde vrijdag weer een wijk op de opstandelingen. Gedeelten van Aleppo die nog in handen zijn van de rebellen, kwamen zaterdag weer onder vuur te liggen. Een getuige in het westen van de stad zag zeven rookpluimen boven het rebellengebied. Ook werden gevechtsvliegtuigen gehoord.
Volgens het Observatorium kwamen zeker drie mensen om het leven bij een luchtaanval. Lokale reddingswerkers spraken over ten minste zes doden. Een luchtaanval zou een groep ontheemde mensen hebben getroffen. Het regeringsleger ontkent overigens burgers te beschieten.
De speciale Syrië-gezant van de Verenigde Naties, Staffan de Mistura, zei zaterdag in Rome te vermoeden dat de slag om Aleppo niet veel langer zal duren. De diplomaat hoopt naar eigen zeggen dat „een soort formule” kan worden gevonden om een „verschrikkelijk” gevecht te vermijden.
Ook de Russische minister Sergej Lavrov (Buitenlandse Zaken) leek zaterdag vooruit te lopen op een nederlaag van de opstandelingen in de Syrische metropool. Hij verklaarde bereid te zijn met de Verenigde Staten te praten over een volledige terugtrekking van rebellen uit het oosten van Aleppo.
De VS en Rusland staan in het conflict aan verschillende kanten. Moskou voorziet het regime van president Bashar al-Assad van luchtsteun. Washington steunt ondertussen gematigde rebellengroepen die actief zijn in het land.
De opstandelingen in Aleppo zouden overigens niet van plan zijn zich over te geven. Een rebellenfunctionaris zei zaterdag na een rondgang langs de groeperingen in Aleppo dat zij weigeren de stad te verlaten. De commandanten verklaarden verder geen bezwaar te hebben tegen het opzetten van een veilige route voor burgers die willen vluchten.