F-16’s jagen op onbekend toestel
Tientallen mensen hebben zaterdagmiddag de politie gebeld over twee harde knallen die zij omstreeks 14.00 uur hoorden. Het lawaai werd veroorzaakt door twee F-16’s van de vliegbasis Leeuwarden die de opdracht hadden een onbekend buitenlands verkeersvliegtuig van het type Boeing 737 te onderscheppen.
Dat heeft een woordvoerder van het ministerie van Defensie gemeld. De F-16’s waren het verkeersvliegtuig met een snelheid van meer dan 1000 kilometer per uur genaderd en zijn daarbij door de geluidsbarrière gegaan. Dat veroorzaakte rond 14.00 uur twee knallen die in het gebied tussen Apeldoorn en Utrecht te horen zijn geweest. Zo kreeg de politie Noord- en Oost-Gelderland tientallen meldingen binnen van de knallen boven de Veluwe, zei een politiewoordvoerder.
Het onbekende verkeersvliegtuig was op de radar verschenen en vloog op ongeveer 7,5 kilometer hoogte van noord naar zuid over Nederland.
Het toestel was niet bekend bij het Europese luchtverkeerscentrum Eurocontrol in Maastricht, dat het luchtverkeer in het bovenste luchtruim in de Benelux en Noord-Duitsland in de gaten houdt. De F-16’s zijn vervolgens op het passagiersvliegtuig afgestuurd om het toestel te identificeren en contact te maken met de bemanning. Nadat zeker was gesteld dat er niets aan de hand was en het toestel het Nederlands luchtruim had verlaten, zijn de F-16’s teruggekeerd naar de vliegbasis in Leeuwarden.
De Defensie-woordvoerder kon niet vertellen van welke vliegmaatschappij het toestel was. „Daarover doen wij geen mededelingen.” Ook over de bestemming kon hij niets kwijt.
Volgens de zegsman van Defensie heeft de bemanning van het betrokken vliegtuig zich niet aan de regels gehouden. De vlucht stond volgens hem over Nederland gepland. Maar de luchtverkeersleiding kon geen contact met het vliegtuig krijgen. Daarop is besloten de twee straaljagers op het toestel af te sturen. Het komt volgens de woordvoerder niet vaak voor dat zo’n maatregel nodig is.
Hij kon nog niet zeggen of de overheid de schade gaat verhalen die door het incident is ontstaan.
De bewaking en verdediging van het Nederlandse luchtruim is een taak van de gevechtsleiding van de Koninklijke Luchtmacht. De gevechtsleiding beschikt over twee radars. Eén daarvan bevindt zich op de basis van de militaire luchtverkeersleiding in Nieuw Milligen, de andere in Wier, ongeveer 15 kilometer ten westen van Leeuwarden.
De radar van de militaire luchtverkeersleiding in Nieuw Milligen controleert 24 uur per dag al het luchtverkeer in het Nederlandse luchtruim. De man achter de knoppen controleert of vliegtuigen beschikken over een vluchtplan en de juiste codes en of zij de juiste vliegroute volgen. Als deze gegevens afwijken, wordt contact gelegd met de bemanning van een vliegtuig. Als de bemanning niet reageert op radiocontact, stuurt de gevechtsleiding jachtvliegtuigen de lucht in. Daarbij kan ze ook gegevens uitwisselen met andere controlestations in het NAVO-gebied en met Awacs-radarvliegtuigen.