Fel debat Oostenrijkse presidentskandidaten
De twee kandidaten voor het Oostenrijkse presidentschap hebben elkaar donderdagavond in het laatste debat voor de stembusgang van zondag fel bestreden en onder meer voor leugenaar uitgemaakt.
De linkse kandidaat, ex-leider van de Groenen Alexander Van der Bellen en Norbert Hofer van de rechtse populistische FPÖ (Vrijheidspartij van Oostenrijk) waren het in ‘het twistgesprek’ nergens over eens, behalve dat ze allebei het geboortehuis van Adolf Hitler zouden laten slopen.
Oostenrijkse media meldden vrijdag dat de twee elkaar persoonlijk zwart probeerden te maken. De gespreksleidster had moeite de presidentskandidaten bij de voorgelegde thema’s te houden.
Circa 6,4 miljoen Oostenrijkers kiezen zondag hun staatshoofd. In mei won Van der Bellen op het nippertje, maar er bleek iets verkeerd te zijn gegaan met de telling van een deel van de stemmen. De volgende poging werd in oktober afgelast omdat stembiljetten niet deugdelijk bleken.
De 45-jarige Hofer zou zondag als winnaar de eerste van de huidige rechtse populisten in West-Europa zijn, die het tot staatshoofd schopt. Zijn rivaal is de 72-jarige professor in de economie Van der Bellen. De Nederlands klinkende naam is een erfenis van zijn voorvaderen die rond 1700 uit Nederland naar Rusland emigreerden. Na de revolutie van 1917 ontvluchtte de familie Rusland en trok naar Duitsland en later Oostenrijk.
Van der Bellen heeft aangekondigd als president elke regering onder leiding van FPÖ-leider Heinz-Christian Strache te blokkeren. Strache geldt in tegenstelling tot Hofer als een extremist die al als tiener rondhing in extreemrechtse groepen. De bondspresident van Oostenrijk bekleedt een ceremoniële functie, maar moet de premier inaugureren en kan de regering ontslaan.