„Wij boeren moeten ons niet uit elkaar laten spelen”
Minstens tweehonderd boeren zaten donderdagavond op de publieke tribune van de Tweede Kamer om –voor zover het landbouwkwesties betreft– “het debat van het jaar” te volgen. Vier visies op het wetsvoorstel van het kabinet tot invoering van een fosfaatrechtenstelsel voor melkveehouders.
Naam:
Henry Petter (61)
Plaats: Ommen (Overijssel)
Veestapel: 100 koeien
„Tien jaar geleden hebben wij, mijn zoon en ik, aanzienlijk uitgebreid. Voor de recente groei van de mestproductie zijn wíj –we zijn een familiebedrijf dat al sinds 1926 bestaat– dus niet verantwoordelijk. Toch vind ik dat we het probleem dat nu ontstaan is met elkaar moeten oplossen. Als ik met dat doel tien koeien moet inleveren, dan teken ik daarvoor. Wat héél belangrijk is voor een groot deel van de sector, is dat we de derogatie (een concessie van Brussel aan Nederland, waardoor Nederlandse boeren meer mest mogen uitrijden dan collega’s in buurlanden, red.) behouden. Eigenlijk brengen wij met de huidige milieunormen niet te veel, maar te weinig mest op het land. Weilanden beginnen langzamerhand te verschralen. Dat is niet goed voor de natuur! Veel mensen weten dat niet, maar een ha. gras of een ha. bieten zuivert de lucht meer dan een ha. bos.”
Naam:
Arie Vermue (55)
Plaats: Noordbroek (Groningen)
Veestapel: 250 koeien
„Wij hebben de achterliggende paar jaar uitgebreid van 125 naar 250 koeien. Dat was volkomen legaal. Tegenwoordig móét je groeien om overeind te blijven. Ik heb het er met mijn zoon, die ook in het bedrijf zit en die ermee door wil, uitvoerig over gehad. Wat ik zo jammer vind, is dat we in Nederland zo’n goed agrarisch onderwijs hebben, dat er op dit terrein zoveel kennis is en dat we zulke goede, vruchtbare grond hebben, maar dat er op allerlei manier zo de rem wordt gezet op onze productie. En dat terwijl er wereldwijd een tekort aan voedsel is. Ja, ik weet het ook wel: er moeten regels zijn. Anders bouwen agrariërs heel Nederland vol. Daarom moet de wetgeving die het kabinet nu voorstelt, er toch maar komen. Liefst zo snel mogelijk. Dan weten we waar we aan toe zijn en kunnen we onze bedrijfsvoering erop aanpassen.”
Naam:
Jeanet Brandsma (46)
Plaats: Giethoorn (Overijssel)
Veestapel: „Zeg ik liever niet; we hebben een groot bedrijf”
„Ik merk –ook in mijn activiteiten voor LTO-Nederland– veel spanningen en binnen de melkveehouderij. Bedrijven die niet uitbreidden maken bedrijven die dat wel deden verwijten. Bedrijven met veel grond staan tegenover bedrijven met weinig grond. Dat is misschien begrijpelijk, maar ook jammer. Juist nu moeten we ons niet uit elkaar laten spelen. Doordat individuele bedrijven de achterliggende tijd deden wat in hun eigen belang was maar wat niet in het collectieve belang, hebben we nu met elkaar een probleem. Dat moeten we ook met elkaar dragen. Ja, in de tijd van de varkenswet van oud-minister Van Aartsen zat deze tribune eveneens vol boeren. Maar die situatie was anders. Boeren wilden toen geen regels. Nu zeggen we tegen de politiek: schiet op met die regels; je had ze al lang moeten maken. Geef ons duidelijkheid, zodat we verder kunnen met ons bedrijf. Ook al doet ons dat in eerste instantie pijn.”
Naam:
Jan Arie Koorevaar (37)
Plaats: Goudriaan (Zuid-Holland)
Veestapel: 125 koeien
„Mijn bedrijf –wij hebben 73 ha. grond– heeft geen probleem met de mestafzet. Toch voer ik, persoonlijk en als initiatiefnemer van #Laarzenactie geen pleidooi om de zogeheten grondgebonden bedrijven te ontzien bij de korting op fosfaatrechten. Ik ga voor het collectief belang. Dit is niet de tijd om als boer voor je individuele eigenbelang op te komen. Eén van de belangrijkste doelen is nu dat we de derogatie behouden. Als dat niet gebeurt, gaan er onnodig veel bedrijven over de kop. Vergeet niet dat achter elk melkveehouderijbedrijf vijf of zes andere bedrijven staan: toeleverende bedrijven, verwerkende bedrijven, banken. En om de derogatie te behouden, moet het wetsvoorstel van het kabinet zo snel mogelijk aangenomen worden. En moet het plan dat sector en overheid samen hebben opgesteld, worden uitgevoerd. Daar moeten we nu met z’n allen achter gaan staan. Want momenteel is elke boer een knelgeval.”
Waar maken de boeren zich zo druk over?
Redactie economie
Waar maken al die melkveehouders zich zo druk over? Het probleem is de mest die hun koeien produceren, preciezer gezegd: de fosfaat in die mest. Een overmaat aan fosfaat kan de kwaliteit van het oppervlaktewater bedreigen. Sinds de afschaffing van de melkquotering, vorig jaar, zijn veel boeren extra koeien gaan houden. Daardoor is de fosfaatproductie te hoog geworden en dreigt Brussel de derogatie –een ontheffing om extra mest op grasland uit te rijden– niet te verlengen. En dus moet de melkveestapel weer krimpen. Het kabinet regelt dat met de invoering van fosfaatrechten in 2018. Die zijn gebaseerd op de veestapel van vorig jaar zomer, minus een korting. Wie meer koeien houdt, moet rechten bijkopen van collega’s die stoppen.