Zieke eenden ruimen: „Leuk werk is het niet, maar het moet gebeuren”
Vogelgriep H5N8 is een sluipmoordenaar. Als er donderdag iets duidelijk is geworden, is het dat wel. Een eendenhouderij in Biddinghuizen die begin deze week nog vrij was verklaard, bleek tóch besmet. De prijs: een vroegtijdig einde aan het leven van 8500 vleeseenden.
De Alikruikweg, een smalle polderweg tussen Biddinghuizen en Elburg. Het polderland ligt in winterrust. Links en rechts kale akkers, regelmatig onderbroken door boerderijen.
Terwijl de avond valt, is één van de boerenerven fel verlicht. In de berm staat een rij personenauto’s. De dam is afgeschermd met een roodwit lint. Twee cameraploegen stellen hun materiaal op. Alle ogen zijn gericht op het erf, waar enkele vrachtauto’s en busjes staan. Het geluid van pompen verstoort de stilte.
„De afgelopen uren is de stal helemaal afgeplakt. Om vier uur zijn we begonnen met het naar binnenpompen van het gas. Om zes uur gaan we naar binnen, dan gaan we rapen zoals dat heet”, zegt Benno Bruggink. „Nee, leuk werk is het niet, maar het moet nu eenmaal gebeuren.”
Bruggink is woordvoerder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Voor de zoveelste keer deze middag doet hij zijn verhaal. Zelf is hij al de hele dag op de boerderij aanwezig. Om de pers op te vangen, om ongewenste bezoekers te weren maar ook om de boer en boerin te begeleiden.
„Aangrijpend is het”, zegt hij. „Die mensen zijn er kapot van. Begin deze week waren de dieren nog gecontroleerd. Toen konden we geen virus ontdekken. Maar donderdagavond was het toch mis. Veel eenden werden ziek. Ze sterven in korte tijd. Er zijn monsters genomen en onderzocht. Vanmorgen was duidelijk dat het om vogelgriep gaat. Variant H5, dat is wel duidelijk. Of het om de hoogpathogene (zeer besmettelijke, TR) H5N8 gaat, weten we nog niet. Maar ruimen doen we wel.”
Het is de standaardmaatregel, volgens Europees voorschrift: boerderijen met vogelgriep worden altijd geruimd, of het nu om een hoogpathogene of een laagpathogene (veel minder besmettelijke) variant gaat. Want verspreiding móet voorkomen worden. De exportbelangen zijn te groot om risico’s te nemen.
Binnen een straal van 1 kilometer worden alle andere pluimveebedrijven ook geruimd. Deze keer is dat niet nodig: het dichtstbijzijnde bedrijf, een kippenboerderij een halve kilometer verderop, is maandag al geruimd omdat weer een kilometer verderop de eendenhouderij ligt die zaterdag getroffen bleek door H5N8. De 21.000 kippen van de buurman bleken achteraf niet ziek.
Waar de nieuwe besmetting vandaan komt? Niemand die daar zekerheid over kan geven. Vermoedelijk van wilde watervogels. Bosjes dode eenden zijn de laatste weken gevonden, op verschillende plekken in West-Nederland. Geveld door H5N8. Dat zegt al veel. Sinds 2014, het jaar van de laatste uitbraak van H5N8 in Nederland, weten alle pluimveehouders dat het virus tijdens het vogeltrekseizoen „in de lucht zit” en zomaar kan toeslaan. Strikte hygiëne is de enige maatregel die je kunt nemen, maar ook die geeft geen 100 procent garantie. Een beetje besmette vogelpoep die op het erf valt en die de boer aan zijn schoenen meeneemt de stal in, kan al voldoende zijn.
Gedupeerde boeren krijgen de geruimde dieren vergoed. Maar het blijft een strop, weet Bruggink. „Dieren die al dood zijn, krijg je niet vergoed. En het duurt weken voordat je de stal weer kunt vullen, sowieso kan dat pas als het vervoersverbod is opgeheven.”