Politiek

VVD worstelt met koers rond softdrugsbeleid

Blijft het keihard aanpakken, of wordt het gedogen? De toekomst van het softdrugsbeleid verdeelt de VVD.

1 December 2016 15:10Gewijzigd op 16 November 2020 09:05
beeld ANP, Bas Czerwinski
beeld ANP, Bas Czerwinski

Niets aan de hand, zei premier Rutte ruim anderhalve week geleden na een VVD-partijcongres. Akkoord, bijna 82 procent van de congresleden had dan wel ingestemd met een voorstel om de drugsparagraaf in het verkiezingsprogramma ietwat te wijzigen. Maar goedbeschouwd stelde dat niet zo veel voor.

„De VVD is natuurlijk altijd een partij van law en order”, aldus een laconieke Rutte. „Dat blijven we ook.”

De VVD blijft de wietteelt keihard bestrijden; bedoelde de premier dat destijds? Min of meer wel, was gisteren in de Tweede Kamer de reactie van VVD-justitiewoordvoerder Tellegen. Er is inderdaad een heel reële kans dat het drugsbeleid na de verkiezingen wordt aangescherpt als de VVD het voor het zeggen krijgt, zo reageerde zij richting SGP-leider Van der Staaij, die haar naar de strekking van het wijzigingsvoorstel had gevraagd.

Het zijn echter niet de minste VVD’ers die het aangenomen amendement radicaal anders interpreteren. Volgens Boudewijn Revis, wethouder in Den Haag en lid van de VVD-verkiezingsprogrammacommissie, wil de partij wel degelijk dat het roer omgaat. Zijn uitleg, gegeven tijdens een besloten ochtendsessie op het VVD-congres, luidt dat de VVD de wietteelt slimmer wil reguleren. „Ik begrijp dat de heer Teeven daar wat bezwaar tegen heeft, maar dat betekent dus: niet hard bestrijden”, zei Revis destijds.

Zijn woorden kwamen gisteren op straat te liggen toen de NOS een opname van de sessie naar buiten bracht in het radioprogramma ”Met het oog op morgen”. Uit de opname, heimelijk gemaakt door een anonieme VVD’er, blijkt dat oud-staatssecretaris Teeven de programmacommissie tijdens de sessie met stemverheffing inpeperde dat de VVD-kiezers „niet warm” zullen lopen voor een nieuwe koers.

Behalve Tellegen ging er gisteren nog een VVD’er op de pijnbank: minister Van der Steur. „Hoe kijkt de minister naar het reguleren van de cannabisteelt?” wilde SP-Kamerlid Van Nispen van hem weten. Die vraag deed de bewindsman het liefst schriftelijk af. Gisteravond laat klom hij in de pen en repliceerde: „Het is aan een nieuw kabinet om zich na de verkiezingen te buigen over de aanpak van hennepteelt en het coffeeshopbeleid.”

Daar moeten Van Nispen én de VVD-kiezers het even mee doen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer