Kabinet nu kritischer over Zwarte Piet
Waar premier Rutte lange tijd volhield dat Zwarte Piet „nu eenmaal zwart is”, uitte minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) zich woensdag in een brief aan de Kamer kritischer en genuanceerder over het traditionele volksfeest.
Zo schrijft Van der Steur dat het kabinet weliswaar niets ziet in „een verbod op Zwarte Piet van staatswege”, maar dat het wel van mening is dat „de overheid een rol kan spelen om een respectvolle dialoog te faciliteren” tussen groepen in de samenleving. Daardoor zouden er „vanuit de maatschappij initiatieven kunnen ontstaan om Zwarte Piet een figuur te laten zijn die iedereen recht doet”, aldus de minister van Veiligheid.
Ook schrijft hij dat „het kabinet er voorstander van is dat het feest met de tijd meegaat” en dat „de regering erkent dat in de vertolking van Zwarte Piet negatieve stereotyperingen een rol kunnen spelen. Deze kunnen onbedoeld vooroordelen en discriminatie in de hand werken en mensen kwetsen.”
Dit lijkt een wat andere benadering dan de insteek die premier Rutte tot nu toe koos. „Zwarte Piet is geen staatsaangelegenheid”, zei de minister-president vorig jaar nog. Overigens blijft staan dat „het kabinet er geen voorstander van is om in de maatschappelijke discussie over dit onderwerp sturend op te treden”, aldus Van der Steur, die met zijn brief antwoord geeft op vragen van het Kamerlid Kuzu over ongeregeldheden bij de recente intocht van Sinterklaas.
Binnenkort buigt de Kamer zich over een initiatiefwetsvoorstel van de PVV, die in de wet wil vastleggen dat „Zwarte Piet ook echt zwart is.”