Kippenhouder Van de Heg in spanning om vogelgriep
Het is een spannende tijd voor Bertus van de Heg (33) uit Lunteren. Vogelgriep bedreigt de Nederlandse pluimveehouderij. En dus ook het bedrijf van Van de Heg, met 60.000 legkippen. Dat de overheid direct maatregelen nam, stemt hem tevreden. Dankbaar is hij voor de voorbede in zijn kerkelijke gemeente.
„Laat de fotograaf maar bellen als hij aan de weg staat, dan kom ik wel naar hem toe.” Dit advies tekent de manier waarop Van de Heg al enkele weken met bezoekers omgaat. „De dierenarts was hier vorige week voor controle. Vooraf en na die tijd heeft hij zich gedoucht. Dat is altijd goed, maar nu zijn we er extra scherp op.”
De 38.000 leghennen uit de eerste stal lopen normaal gesproken buiten. Nu zitten ze achter slot en grendel. Het is het gevolg van de landelijke ophokplicht, die sinds 14 november geldt. „Dat is een goede beslissing geweest”, aldus Van de Heg. „Eerder golden zulke maatregelen vaak voor een gedeelte van het land. Nu maar hopen dat de hobbydieren ook binnenblijven. Ik zie dat dit niet altijd gebeurt, daar heb ik zorgen om. Het gaat om het welzijn van vee en bedrijven.”
Voor de dieren is het geen probleem dat ze een poosje binnen moeten blijven. „Klokslag tien uur ’s morgens gingen de luiken hier altijd open. Toen dat niet meer gebeurde, stonden de kippen een beetje verbaasd te kijken. Maar na een paar dagen waren ze gewend aan het nieuwe ritme.” In een tweede stal houdt Van de Heg 22.000 scharrelkippen, die los in de stal lopen. Allemaal voor de eierproductie.
Het bedrijf van Van de Heg valt niet onder het toezichtsgebied, een cirkel van zo’n 10 kilometer rondom een besmet eendenbedrijf in Biddinghuizen. Een vervoersverbod geldt dus niet voor hem. Mocht dat wel zo zijn, dan heeft hij daar niet direct last van. „Collega’s die vleeskuikens houden, hebben op zo’n moment een groter probleem. Die dieren moeten snel weg, terwijl eieren wel een weekje kunnen staan. Na die week zijn ze ongeschikt voor verse consumptie en bestemd voor de industrie. Daarmee zijn ze wel minder waard.”
Maar zover is het gelukkig niet, realiseert Van de Heg zich. Al kan het virus zomaar toeslaan. Een besmette eend hoeft maar wat mest op het erf achter te laten, en de besmetting kan zomaar de stal binnenkomen. „Dat is spannend”, erkent de jonge kippenhouder. „Het is altijd weer afwachten. Toen ik het nieuws hoorde uit Biddinghuizen, schrok ik behoorlijk. In Ermelo, dat een stuk dichter bij Lunteren ligt, bleek er gelukkig geen vogelgriep te zijn, dat was een opluchting.”
De prijs voor eieren lijdt op dit moment nog niet onder de vogelgriep in Europa. „Onze meeste eieren gaan naar Duitsland. Daar hebben ze dezelfde problemen, dus daarom zullen ze onze eieren niet tegenhouden.” Eind november, begin december loopt de prijs altijd wat op vanwege de naderende feestdagen. „Dat is de normale marktwerking, die niets met vogelgriep te maken heeft.”
In de hervormde gemeente van Barneveld, waar Van de Heg lid van is, wordt voorbede gedaan in deze spannende tijd. „Daar ben ik dankbaar voor, het is altijd fijn als er voor je gebeden wordt. Je kunt met alles bij God terecht, ook met deze situatie.” Vanuit de familie, waaronder menige agrariër, is ook altijd meeleven. „Als er nieuws is rond vogelgriep, komen de app-berichten of telefoontjes al snel binnen. Zo merk je dat je er niet alleen voor staat.”