Kansongelijkheid voortgezet onderwijs groeit
De kansenongelijkheid in het onderwijs neemt de laatste jaren sterker toe in het voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo) dan in het basisonderwijs. Dat concludeert DUO Onderwijsonderzoek in een dinsdag verschenen onderzoek onder meer dan 2200 schooldirecteuren en leraren in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs.
Van de schoolleiders en docenten in het voortgezet onderwijs geeft 18 procent aan dat er een groeiend aantal kinderen is dat minder kansen krijgt. Bij de basisscholen is dit maar 12 procent. Bijna de helft van de schoolbestuurders in het voortgezet onderwijs geeft aan dat vooral kinderen van laagopgeleide ouders minder kansen krijgen. In het basisonderwijs is dit volgens de onderzoekers nog geen derde (31 procent).
Een van de redenen waarom de kansongelijkheid toeneemt is de culturele en sociaaleconomische verschillen tussen leerlingen. Daarnaast is er minder tijd en geld op scholen voor de begeleiding van leerlingen. „Financieel draagkrachtige ouders kunnen dit ‘tekort’ opvangen door zelf begeleiding (bijvoorbeeld bijlessen) te organiseren en te betalen. Ouders die het minder breed hebben kunnen dat niet”, aldus het onderzoeksinstituut.
De Onderwijsinspectie stelde eerder al vast dat de kansenongelijkheid in het onderwijs oploopt.