Bidden of duimen? Uitleggen wat bidden is, is niet eenvoudig
Bid voor het herstel van Andries Knevel. Die dringende oproep deed de EO ruim tien dagen geleden omdat hun boegbeeld ernstig ziek was. Ongetwijfeld zullen velen aan de oproep gehoor hebben gegeven. Maar er waren ook nogal wat mensen die het verzoek niet begrepen of zich eraan ergerden.
Mag ik even bidden? Veel christenen die in een seculiere omgeving werken, zullen die vraag tijdens de lunch (moeten) stellen. Een zegen vragen voor de maaltijd doet vrijwel niemand meer. Al tientallen jaren niet. Maar nog geen kwarteeuw geleden wist bijna iedere burger wel wat zijn of haar collega dan verwachtte: even stilte zodat de bidder met de ogen dicht en de handen gevouwen in alle rust en zonder verstoring kan vragen om een zegen.
Verzoek dat nu eens als je met collega’s in de kantine zit. Bidden? Wat ga je dan doen? Dat veel mensen niet begrijpen wat de bidder wil, bleek vorige week tijdens een uitzending van RTL Nieuws. Daar was cultuurtheoloog Frank Bosman opgetrommeld om de kijker uit te leggen wat bidden is. Gewoon omdat de redactie van RTL Nieuws zelf niet goed wist duidelijk te maken wat bidden is.
Wat Bosman ervan maakte, zal niet iedere orthodox-gereformeerde voor zijn rekening nemen. „Bidden is je leven leggen in de handen van iemand die groter is dan jij.” Toegegeven, daar zit iets in. Maar het is wel mager. Te mager, zullen veel reformatorische christenen zeggen. Want met die beknopte omschrijving kun je de verwachtingsvolle overgave van een kleuter aan zijn vader of moeder ook bidden noemen.
Helemaal bont maakte Bosman het toen hij stelde dat je in plaats van de handen te vouwen ook kon duimen. Zeker jongeren weten wat hiermee wordt bedoeld. Maar daarmee is een isgelijkteken gezet tussen bidden en duimen dat er niet mag staan. Dat voelen veel seculieren ook nog wel aan. Van Dale’s Groot Woordenboek der Nederlandse taal omschrijft duimen als „de duim van de ene hand en de wijsvinger van de andere hand afwisselend tegen elkaar drukken om een afwezige iets goed toe te wensen.” Hoe men ook over het fenomeen duimen denkt, duidelijk is dat het erom gaat een wens in de richting van een ander te doen. Dat is iets anders dan bidden. Dat heeft toch altijd nog de connotatie van vragen of een verzoek doen. Bij duimen gééft de duimer iets aan de ander (een wens); bij bidden vráágt de bidder iets van de ander.
Daarmee is overigens nog niet uitgelegd wat bidden precies is, zeker niet aan de inmiddels honderdduizenden Nederlanders die op godsdienstig gebied van toeten noch blazen weten.
Uitleggen
Precies omschrijven wat bidden is, valt ook niet mee. Zij die zijn opgegroeid met Schrift en belijdenis zullen mogelijk verwijzen naar zondag 45 van de Heidelbergse Catechismus. Daar wordt inderdaad iets gezegd over het gebed. Aan de orde komen de vragen waarom het voor een christen nodig is te bidden en aan welke eisen een gebed moet voldoen. Maar ook daar wordt niet expliciet de vraag beantwoord wat bidden is, en zeker niet in woorden die een seculier opgegroeid iemand kan begrijpen.
Ieder die wel eens heeft geprobeerd een onkerkelijke, ongelovige collega uit te leggen wat bidden is en waarom dat voor hem belangrijk is, zal snel ontdekken dat woorden tekortschieten. Een definitie in zogenoemde jip-en-janneketaal is helemaal niet gemakkelijk te geven. Vaak kom je niet verder dan het stamelen van een (deel)omschrijving. Met als maximaal resultaat: dat de ongelovige collega wellicht instemmend knikt en zegt: „Ik begrijp het wel ongeveer.” Maar aan zijn mimiek is te zien dat hij het niet echt kan vatten.
Wellicht is het te proberen om uit te leggen wat bidden is met de verklarende omschrijving die de dikke Van Dale geeft. Dat woordenboek wil zo neutraal en begrijpelijk mogelijk een uitleg geven bij elk woord dat in het Nederlands wordt gebruikt. Bij het woord ”bidden” zegt Van Dale: „Zich richten tot God of wie men als goddelijk vereert, hetzij om te loven, te danken of om hulp of steun af te smeken.” Naast deze eerste betekenis wordt genoemd „iemand dringend verzoeken, smeken,” „nodigen” (voor een bijeenkomst, WBK), „bedelen”, „mooi opzitten” (bijvoorbeeld van een hond), „een bepaalde houding aannemen (door dieren, zoals bijvoorbeeld een valk).”
Verwachting
Ieder die dit leest zal constateren dat er in deze omschrijving bruikbare elementen zitten. Bidden is inderdaad zich tot God wenden om hulp of steun te vragen. Bidden is ook iets dringend verzoeken; het is bedelen en men neemt –ook als mens– meestal een specifieke gebedshouding aan. Met deze elementen kan men dus de contouren weergeven van het begrip bidden.
Punt is echter dat daarmee niet voldoende is gezegd. De essentie van bidden is maar in beperkte zin omschreven. Een oprecht gebed is namelijk niet alleen bedelen maar het is ook God iets vragen met de verwachting dat Hij hoort en verhoort en in het vertrouwen dat Hij weet wat het beste voor iemand is. Maar leg dat maar eens uit aan iemand die nergens aan doet en dan nog in woorden dat hij het echt snapt.
Dat is heel lastig. Want wie zegt dat Hij zich tot God richt in het gebed in de verwachting dat Hij hoort en verhoort, roept direct tal van vragen op. „Dus dan krijg je zeker wat je vraagt? Dat is makkelijk.” Terwijl elk christen weet dat er –naar onze maatstaven– onverhoorde gebeden zijn. Nog zo’n vraag die wordt opgeroepen: „Je vertrouwt erop dat God weet wat het beste is? Maar hoe kan het dan dat miljoenen in armoede leven en kinderen omkomen? Handelt Hij dan naar willekeur? Terwijl je beweert dat God goed is!” Vanuit het denken van een seculiere collega is die vraag begrijpelijk. En antwoorden geven, is dan bepaald niet gemakkelijk.
Taal
Aan iemand die niets weet van God en Zijn gebod gaan uitleggen wat bidden inhoudt, is lastig. Inderdaad, men moet er daarbij vooral op letten de goede woorden te gebruiken. Dat is zeker voor reformatorische christenen een aandachtspunt. Heel vaak gebruiken zij termen om daarmee te voldoen aan de behoefte het dogmatisch zuiver te zeggen. Maar het gevolg is dat de ongelovige er niets van begrijpt. Meer en meer zal belangrijk worden dat orthodox-gereformeerde christenen zich oefenen in het verwoorden van hun geloofsovertuiging in gewone, toegankelijke taal. Dat is overigens iets anders dan (gemaakt of gewild) populair taalgebruik. Bij de toerusting van jongeren in catechese en onderwijs zal hier aandacht voor moeten zijn.
Toch is de taal niet het grootste probleem om uit te leggen wat bidden is. Cruciaal is dat de omgeving proeft dat het geloof in de levende God een levende werkelijkheid is voor de bidder. Wanneer een seculier iemand merkt dat zijn collega of buurman leeft uit zijn geloof, zal hij sneller en beter snappen dat hij zijn handen vouwt en ogen sluit. Dan ziet hij ook dat bidden echt iets anders is dan duimen.