Gemeente Staphorst stelt onderzoek in naar raadslid
De gemeente Staphorst laat een onderzoek instellen naar de rol van oud-wethouder en huidig raadslid Talen in de kwestie rondom het hoofdpijndossier Talen Recycling.
Het gaat om een verkennend onderzoek om te bekijken of een echt onderzoek naar de integriteit van de oud-wethouder in deze zaak zinvol is. Dat bevestigde de gemeente Staphorst vrijdag.
Het draait allemaal om recycleondernemer Albert Talen (geen familie van raadslid Talen). Hij heeft al jaren ruzie met de gemeente over een grondruil. De gemeente trok in 2012 een doodlopende weg door, maar om dat te doen had ze een perceel van Talen nodig. Er kwam een grondruil. De gemeente kreeg het stuk grond voor de weg en Talen kon een belendend perceel in gebruik nemen.
Begin 2014 liep het mis. De gemeente zou Talen helpen een provinciale vergunning te krijgen voor zijn nieuwe perceel. Dat lukte niet. Volgens Talen leverde Staphorst half werk. Hij kreeg geen provinciale vergunning en zat met een stuk grond waar hij niets mee kon, terwijl de nieuwe weg er al lag. Uit pure frustratie stortte Talen vorig jaar de weg tot drie keer toe vol met afval.
Deze week diende er een rechtszaak over het afval. Tijdens de zaak kwam de naam van oud- wethouder voor Gemeentebelangen Talen ter sprake. Hij is nu raadslid voor de nieuwe partij Liberaal Netwerk en was als wethouder in 2012 bij de onderhandelingen over de ruil betrokken.
Maar ook als raadslid hield hij zich met de zaak bezig. Zo was hij eind vorig jaar met Albert Talen op het provinciehuis te vinden om gesprekken bij te wonen over de zaak. „Als waarnemer”, zegt het raadslid desgevraagd. Dat hij Albert Talen, die een hoogoplopend conflict uitvecht met de gemeente, vergezelde bij gesprekken op het provinciehuis, leidde begin dit jaar tot grote opschudding in de gemeenteraad. Volgens raadslid Talen is het juist zijn taak om zich dit dossier goed eigen te maken.
De oud-wethouder vindt het prima dat hij onderwerp is van een onderzoek: „Er gaan geen beerputten open, want die zijn er niet.”