„Ook strengere regels op zondag mogen”
Als gemeenten verantwoordelijkheid krijgen voor regelgeving op het gebied van de zondagsrust, dan mogen ze ook strengere regels stellen dan nu gelden.
Dat schrijft minister Plasterk van Binnenlandse Zaken in antwoord op schriftelijke vragen die de Kamer stelde over de intrekking van de landelijke Zondagswet.
Nu is de algemene regel dat er tot 13.00 uur geen activiteiten mogen plaatsvinden die verstorend zijn voor kerkdiensten. Ook mag zonder strikte noodzaak geen lawaai gemaakt worden dat op een afstand van meer dan 200 meter hoorbaar is.
Als gemeenten verantwoordelijkheid krijgen voor regelgeving voor de zondagsrust, mogen ze ook strengere regels stellen. Ze kunnen de 200 metergrens anders leggen of kiezen voor een verbod tot een ander tijdstip dan 13.00 uur, zo schrijft de bewindsman.
Het omgekeerde kan volgens Plasterk ook; gemeenten kunnen met soepeler regels komen dan nu in de Zondagswet staan.
De regering heeft een wet bij de Tweede Kamer ingediend om de huidige Zondagswet in te trekken. Dat gebeurde onder druk van een Kamermeerderheid. Plasterk kondigde een wet aan die regelt dat gemeenten de zondagsrust moeten regelen. Dat voorstel gaat D66 niet ver genoeg. Die partij diende toen een initiatiefwet in die regelt dat de overheden geen enkele regel mogen stellen op het gebied van de zondagsrust.
Plasterk voelt er niets voor om beide wetsvoorstellen samen te voegen. De PvdA-fractie pleitte daar in de schriftelijke vragenronde voor. Volgens de bewindsman berusten beide wetsvoorstellen op „onverenigbare uitgangspunten.”
De regering vindt –in tegenstelling tot D66– een collectief rustmoment wel degelijk van belang. „Dit komt ten goede aan mensen persoonlijk en aan de samenleving als geheel.” Maar de verantwoordelijkheid daarvoor is een taak van gemeenten.
CDA, ChristenUnie en SGP hadden in de schriftelijke vragenronde aangegeven dat de huidige wet, waarin de landelijke overheid regels stelt, gehandhaafd moet blijven.