Column: Nederland is in heel veel opzichten een onbeschaafd landje
Laatst zat ik in de trein naar Dordrecht. Naast mij zaten vier ouders en vier kinderen. De vier kinderen maakten zo veel lawaai dat de ramen van de coupé er bijna uit werden geblazen. De vier ouders, twee facebookende, trendy moeders en twee twitterende, gatenspijkerbroekdragende vaders, keken af en toe op van hun apparaten om hun lieftallig kroost enkele pedagogische ”alles-moet-kunnen-want-wij-doen-niet-moeilijk”-blikken toe te werpen.
Terwijl ik dat alles in een staat van opperste verbijstering aanschouwde, gingen mijn gedachten onwillekeurig terug naar een gesprek dat ik diezelfde dag had met een oud-studente. Ze is een kei van een juf, maar ze had haar handen vol aan haar klas. Haar 32 kinderen hadden een spanningsboog van hooguit vijf minuten. Bij de leswisseling duurde het minutenlang voordat de kinderen weer stil waren. Ze vertelde me dat ze –net 25 jaar oud– tegen een burn-out aanzit.
Ik dacht bij mezelf: Ben ik nu een mopperende ouwe schoolmeester in een midlifecrisis dat ik van dit alles zo somber word, of is hier echt iets aan de hand?
Ik denk het laatste! Vooraf zij gezegd dat ik lesgeven het mooiste werk vind dat er is, maar hoe komt het toch dat we ons zo weinig concentreren en zo veel decibellen produceren als we in de schoolbanken zitten? Met ”we” bedoel ik dan de bewoners van ons lage landje aan de zee. Want in het buitenland ligt dit volgens mij anders. In de afgelopen weken zijn de pabostudenten van de Driestar over de hele wereld uitgewaaierd om daar stage te lopen op scholen. Van Aruba tot Canada en van Hongarije tot Zuid-Afrika hebben ze scholen bezocht en daar ook lesgegeven. Uit de verhalen die ze me vertelden is me één ding opgevallen. Ze waren allemaal verbaasd over de rust, concentratie en beleefdheid van de kinderen op die scholen, in vergelijking met ons eigen land.
Een van hen vertelde me dat hij bij een dorpje in Nepal kwam waar midden op een groot veld een onderwijzer zat met om hem heen drie groepen van elk ongeveer dertig kinderen en dat het daar in die openluchtklas stil was!
Volgens mij is er dus echt wat aan de hand in ons land, en niet minder in refoland. We ontkennen dat het liefst en wuiven de genoemde en andere voorbeelden weg als generalisaties of toevallige waarnemingen van leraren die over de datum zijn. Ik ben echter zo eigenwijs het niet weg te wuiven en mezelf als niet over de datum te beschouwen. Ik ga de kwaal maar eens hardop benoemen. Waardoor is hij veroorzaakt? Ik doe een paar pogingen tot verklaring.
In heel de moderne Europese wereld waait een sterk autonome tijdgeest die ons allen beïnvloedt. We zijn assertiever geworden en laten ons het kaas niet van het brood eten. Het kind moet zich autonoom kunnen ontplooien en wij moeten als opvoeders –die zelf reeds vrij zijn opgevoed– niet in de weg gaan lopen. Het kind is de prins en wij zijn z’n butler. Bovendien worden veel kinderen al zeer jong in de voorschoolse opvang gedaan, waar hun al heel vroeg wordt geleerd om voor zichzelf op te komen. Waar is het kind gebleven dat beschroomd het lokaal binnenwandelt?
Deze algemene tijdgeest is in ons land nog drie keer sterker dan in andere landen. Nederland is in heel veel opzichten een onbeschaafd landje. In het zuiden des lands sturen vele ouders hun kinderen niet voor niets naar België op school. Daar hebben ze onze permissieve pedagogiek niet. Daar hebben ze nog algemene voorkomendheid en laten ze elkaar uitpraten. Zelfs onze politici kunnen elkaar op televisie niet laten uitpraten en zitten tijdens kamerdebatten voortdurend met hun mobiel te spelen. Waarom zou je dan als leerling dat ding in je tas stoppen of eerst naar een ander luisteren?
Wij leraren krijgen van de ouders al deze prinsjes op de scholen binnen en mogen ze voor, tijdens en na schooltijd in groepen van dertig of meer tot beschaving brengen. En als we de prinsjes te na komen, roepen de assertieve ouders ons wel tot de orde.
Mijn diepe overtuiging is dat tussen de oude mulopedagogiek waarin het kind zweeg en de opvoeder sprak en de hedendaagse pedagogiek van de permissiviteit waarin het kind spreekt en de opvoeder zwijgt een smal midden zit: de pedagogiek van de liefdevolle gestrengheid. Laten we die als ouders, leraren en overheid gezamenlijk gaan beoefenen, want anders gaan onze kinderen naar de haaien!
Dr. Ewald Mackay is historicus en filosoof. Hij is werkzaam als docent geschiedenis, cuma en filosofie aan Driestar hogeschool te Gouda. Reageren? rubriekforum@refdag.nl