Een studiecommissie heeft na een enquête onder meer dan 1000 geestelijken vastgesteld dat 60 procent van de gemeentepredikanten wordt benaderd door mensen die zichzelf ”bezeten” noemen. Van de geestelijke verzorgers in psychiatrische klinieken is dat 70 procent en van de gevangenispastors zelfs 90 procent. Meer dan tweederde van alle geestelijken is overtuigd van het bestaan van bovennatuurlijke, boze machten.

In een bericht voor de komende synodevergadering, die in mei plaatsheeft in Edinburgh, staat dat de meningen van de 600.000 kerkleden over demonen sterk uiteenlopen. De een gelooft dat deze krachten door de macht van Christus, die aan de kerk gegeven is, uitgedreven moeten worden. Anderen houden het fenomeen voor klinkklare onzin. Mensen die zich bezeten wanen, zijn rijp voor de psychiater, menen zij.

De Schotse Vereniging voor Psychiatrie waarschuwt de kerk voor een terugval in de Middeleeuwen als zij over de realiteit van demonen spreekt. De kerkelijke commissie echter beveelt aan behoedzaam te zijn in de omgang met bezetenen. Het exorciseren, zoals dat in de Anglicaanse en in de Rooms-Katholieke Kerk bestaat, wijst de commissie af. Bij exorciseren wordt getracht de demonen uit te drijven. Volgens de commissie richt dit meer kwaad dan goed aan en wordt er onnodig veel aandacht geschonken aan demonische praktijken. Geestelijken zouden moeten teruggrijpen op gebed, zegen en de dienst van de genezing.